Page images
PDF
EPUB

De Verzameling van de sinds 1850 in het Staatsblad opgenomen Koninklijke Vernietigingsbesluiten, bewerkt door Mr. S. K. Thoden van Velzen en te Groningen verschenen bij J. B. Wolters, waarvan wij in den vorigen jaargang van dit tijdschrift, bl. 176, het eerste stuk aankondigden, is sedert voltooid. Zij vormt een boekdeel van 580 bl., waarin, over negen afdeelingen verdeeld, de ongeveer 425 besluiten zijn opgenomen, welke van 1 Jan. 1850 tot 1 Februari 1902 in het Staatsblad zijn verschenen.

De heer Thoden van Velzen heeft zich alle moeite gegeven om zijne verzameling voor den beoefenaar van het administratief recht nuttig te maken en de raadpleging te vergemakkelijken. Daartoe dienen zoowel de resumés van den inhoud, aan het hoofd van ieder besluit geplaatst, en de vierledige analyses van de beslissingen waarbij vernietiging plaats vond wegens strijd met de wet, eveneens aan het hoofd der betrekkelijke besluiten gesteld, alsook de drie aan het slot van het werk opgenomen uitvoerige klappers: een register op de artikelen der wetten, verordeningen enz., in de besluiten aangehaald, een zaak register, en een register dat verband houdt met de genoemde analyseerende aanteekeningen. Wij hebben geen reden aan de nauwkeurige bewerking van deze hulpmiddelen voor de gebruikers der Verzameling te twijfelen, en zijn dan ook van meening dat deze aan velen goede diensten zal kunnen bewijzen.

OPMERKINGEN EN MEDEDEELINGEN.

A. WETGEVING.

Frankrijk. Eene wet van 2 Januari 1902 betreft de rechterlijke bevoegdheid in zaken van verzekering. Art. 1 der wet luidt als volgt:

«En matière de contrats d'assurances et de litiges auxquels ils donnent lieu, le défendeur sera assigné devant la juridiction compétente dans le ressort de laquelle se trouvent:

1o. le domicile de l'assuré, de quelque espèce d'assurance qu'il s'agisse, sauf l'application de la disposition qui suit;

2o. les immeubles ou les meubles par nature assurés, s'il s'agit d'assurances contre les risques les concernant, et le lieu où s'est produit l'accident, s'il s'agit d'assurances contre les accidents de toute nature dont sont victimes les personnes ou les animaux, le tout lorsque l'instance est relative à la fixation et au règlement des indemnités dues.

Il n'est pas dérogé aux lois qui régissent les assurances maritimes.>>

Volgens art. 2 is van rechtswege nietig elke overeenkomst in strijd met de zooeven genoemde bepaling, vóór het ontstaan van het geschil aangegaan. Intusschen handhaaft de wet de bedingen, in loopende polissen vervat: men wilde bestaande afspraken en regelmatig verkregen rechten eerbiedigen.

Het oorspronkelijke ontwerp, in 1899 door eenige afgevaardigden bij de Kamer aanhangig gemaakt, had eene ruimere strekking; ook andere twist vragen op het gebied van het assurantierecht werden daarin opgelost. De Kamer achtte deze onderwerpen echter van minder dringenden aard dan het vraagstuk der rechterlijke bevoegdheid en besloot daarom zich voorloopig tot het laatste te bepalen.

Eene wet van 27 Januari 1902 wijzigt art. 16 der wet op de drukpers van 29 Juli 1881 «en ce qui concerne l'affichage sur les édifices et monuments ayant un caractère artistique».

Het genoemde art. 16 der Drukperswet bepaalde: «les professions de foi, circulaires et affiches électorales pourront être placardées, à l'exception des emplacements réservés par l'article précédent» dat zijn de plaatsen, krachtens verordening van den burgemeester uitsluitend bestemd voor de aanplakking van wetten en andere van de overheid uitgaande stukken tous les édifices publics autres que les édifices consacrés aux cultes, et particulièrement aux abords des salles de scrutin». De nieuwe wet luidt:

«sur

«Par dérogation à l'art. 16 de la loi du 29 juillet 1881, les maires et, à leur défaut, les préfets dans les départements, le préfet de la Seine à Paris, ont le droit d'interdire l'affichage, même en temps d'élections, sur les édifices et monuments ayant un caractère artistique.

Les contrevenants seront punis d'une amende de 5 à 15 fr. par contravention. >>

Herhaaldelijk voorgekomen beschadiging van kunstwerken door aanplakking van verkiezingsbiljetten maakte dezen wettelijken maatregel noodzakelijk. Zonder moeite werd men het daarover eens. Omtrent eene te gelijker tijd aanhangige, meer omvattende regeling van de affichage électoral konden Kamer en Senaat daarentegen tot dusver niet tot overeenstemming geraken.

Eene wet van 8 Februari 1902 strekt tot modification de la loi du 15 juin 1872 sur les titres au porteur.

Sedert geruimen tijd was door belanghebbenden te vergeefs aangedrongen op wijziging der wet van 1872; eenmaal aangevat, is thans de herziening spoedig tot stand gekomen: het Ontwerp werd in December 1900 bij den Senaat ingediend. Opmerkelijk is, dat de heer Grivart, die in den Senaat als rapporteur fungeerde, vele jaren geleden in de Nationale Vergadering dezelfde taak vervulde bij de oorspronkelijke wet.

De nieuwe wet verandert den inhoud der artikelen 2-5, 7, 11, 13 en 15 en brengt drie nieuwe artikelen (artt. 17-19). Het stelsel der wet is onveranderd gebleven. Verschillende, in de practijk gebleken, leemten zijn aangevuld. Het belangrijkste worde hier kortelijk vermeld.

De wet van 1872 voerde twee maatregelen in ten behoeve van den beroofden houder van papier aan toonder: beteekening aan den schuldenaar, houdende verzet tegen uitbetaling van kapitaal en rente (art. 2), en beteekening aan het syndicaat der makelaars te Parijs ten einde, door middel van openbaarmaking in een

Bulletin, verdere verhandeling en overdracht der stukken te voorkomen (art. 11). De ervaring leerde, dat de laatstgenoemde maatregel veelal werd verzuimnd; de verhandeling der papieren ging dan voort, doch de kooper bemerkte later, bij de invordering van hoofdsom of interest, tot zijn schrik, dat verzet bij den schuldenaar was gedaan. Thans is in art. 2 beteekening aan het makelaarssyndicaat verplicht gesteld en bepaald, dat deze moet voorafgaan aan de kennisgeving, die tot den schuldenaar wordt gericht. Ook kon het vroeger voorkomen, dat, bij gebreke van voldoening der verschuldigde jaarlijksche retributie, de bekendmaking uit het Bulletin werd geschrapt, terwijl de beteekening aan den schuldenaar hare kracht bleef behouden. Ingevolge het nieuwe vierde lid van art. 11 leidt voortaan de schrapping uit het Bulletin ook tot opheffing van het verzet bij den schuldenaar.

Volgens art. 3 der oorspronkelijke wet kan de opposant, indien binnen een bepaalden tijd het verzet niet is weersproken, door den rechter gemachtigd worden, de interesten en dividenden in ontvangst te nemen, en ook het kapitaal, indien dit opvorderbaar is geworden. Door toevoeging van eene nieuwe alinea is deze bepaling thans van toepassing gemaakt op waarden, die geen recht geven op interesten of dividenden, of ten aanzien waarvan de regelmatige uitkeeringen zijn gestaakt; alleen is hier de zooevengenoemde termijn langer gesteld. Ook is gezorgd, dat het artikel kan worden ingeroepen door gedepossedeerde houders, die buiten Frankrijk wonen.

Artt. 17 en 18 scheppen eene korte procedure om opheffing van het verzet te verkrijgen. De ondervinding toonde aan, dat vaak verzet werd gedaan zonder ernstigen grond; de wezenlijke rechthebbende moest dan een lang en kostbaar proces voeren, zoodat hij veelal aan eene schikking de voorkeur gaf; schandelijke speculaties vonden in dit opzicht plaats. Door de nieuwe bepalingen hoopt men aan deze misbruiken den kop in te drukken,

Bij deze gelegenheid werden tevens verschillende twijfelvragen opgelost, die zich in de rechtspraak hadden voorgedaan, zoo o a. de quaestie, wanneer voltooid moest geacht worden de négociation, die eene latere openbaarmaking van het verzet zonder werking doet zijn (art. 13 nieuw).

Twee algemeene maatregelen van bestuur tot uitvoering der wet zijn, onder dagteekening van 8 Mei 1902, verschenen.

Eene belangrijke wet van 15 Februari 1902, waaraan jaren lang is gearbeid, betreft la protection de la santé publique. Zij vervangt alle vroegere wetten op dit stuk, o. a. ook de wet van 13 April 1850 op de ongezonde woningen. Evenals onze Nederlandsche Gezondheidswet organiseert zij de administration sanitaire. Deze zal bestaan uit 1°. een gemeentelijken dienst, onder den naam van bureau d'hygiène, in de steden van 20000 of meer inwoners en de badplaatsen van 2000 of meer inwoners; 2o. in elk departement: districtscommissiën met 5 tot 7 leden en een departementalen gezondheidsraad met 10 tot 15 leden (voor Parijs is eene afzonderlijke regeling getroffen); 3°. een centralen gezondheidsraad (comité consultatif d'hygiène publique de France), bestaande uit 45 leden.

De wet gaat echter verder en schrijft zelf ook reeds sanitaire maatregelen voor, deels van algemeenen aard, deels met betrekking tot gebouwen en woningen. De eerstgenoemde handelen over besmettelijke ziekten, epidemieën, drink waterbronnen, enz. In het bijzonder vestigen wij de aandacht op de regeling der inenting in art. 6; het eerste lid van dit artikel luidt:

«La vaccination antivariolique est obligatoire au cours de la première année de la vie, ainsi que la revaccination au cours de la onzième et de la vingt et unième année». Opmerkelijk is ook het voorschrift van art. 9, dat een opzettelijk onderzoek naar den gezondheidstoestand eener gemeente beveelt, indien aldaar gedurende drie achtereenvolgende jaren het aantal sterfgevallen het cijfer van de gemiddelde sterfte in Frankrijk heeft overschreden.

Onder dagteekening van 11 Maart 1902 is verschenen eene wet étendant aux oeuvres de sculpture l'application de la loi des 19-24 juillet 1793 sur la propriété artistique et littéraire.

De Ongevallenwel van 9 April 1898 (zie Rechtsgel. Mag. 1898, bl. 616 vlg.) vordert in velerlei opzicht verbetering en aanvulling. Dit bleek al zeer spoedig in de practijk. Van 1898 tot 1901 werden niet minder dan 27 voorstellen tot wijziging door leden der Kamer aanhangig gemaakt. Reeds door de Commissie uit de Kamer, die deze ontwerpen had te onderzoeken, werd een groot aantal daarvan voorloopig ter zijde gelegd, namelijk alle, die strekken tot verhooging der uitkeeringen of tot uitbreiding van de reeks der in de wet opgenomen bedrijven, en evenzoo die voorstellen, welke moeilijke juridische vragen aanraakten en

« PreviousContinue »