Page images
PDF
EPUB

Fransche Overheersching voor korten tijd een einde maakte aan de nationale onafhankelijkheid tot op het tijdstip waarop ons gewest - na het ophouden van alle vreemde inmenging en na het ondergaan van talrijke wijzigingen van grondgebied goed een blijvend en zelfstandig bestuur heeft gekregen en is tot stand gekomen, zooals het thans bij het Nederlandsche Koningrijk behoort.

voor

Het zoude mij te ver geleid hebben om diep in te gaan in den toestand van Limburg vóór 1794. De vele Heeren toch, onder wie de Regeering van het grondgebied was verdeeld, gaven aan de verschillende deelen hunne regeeringsvormen en daardoor hunne geschiedenis.

Daar echter, na het vertrek der Franschen uit deze gewesten bij den langzamen overgang van het grondgebied van Limburg tot Nederland, telkens sprake is van en rekening gehouden wordt met den politieken toestand, zooals die was vóór de aanhechting aan de Fransche Republiek, van de landen, waartoe het grondgebied onzer Provincie behoorde, is het noodig dien politieken toestand in het kort te beschrijven.

Daarenboven heb ik gemeend enkele woorden over de verhouding van Limburg tot den Duitschen Bond niet te moeten achterwege laten, daar dit tijdstip onzer provinciale geschiedenis, hoewel nog zoo kort in het verleden, voor velen een raadsel is gebleven.

Ik koester het vertrouwen dat deze bijdrage eenigen bijval zal vinden bij hen die even als ik belang stellen in de geschiedenis van ons Limburg.

DE SCHRIJVER.

I AFDEELING.

Politieke toestand vóór de Fransche overheersching van 1785-1794.

Toen de Fransche Republikeinen in 1794 in de Zuidelijke Nederlanden vielen en zich daarvan, evenals van eenige aangrenzende gewesten, meester maakten, werd het grondgebied dat thans de provincie Limburg vormt sinds de laatste verandering daarin gebracht door het tractaat van Fontainebleau van 8 November 1785 gesloten, tusschen den Keizer van Duitschland Joseph II, als heer der Zuidelijke Nederlanden, ter eenre en de Staten Generaal ter andere zijde bestuurd door de navolgende Heeren:

I. De Keizer van Duitschland, als Heer der Oostenrijksche Nederlanden, onder verschillende titels, bijv. Hertog van Gelder Graaf van Valkenberg, Heer van Dalhem en s'Hertogenrade;

II. De Koning van Pruissen, mede als Hertog van Gelder en Hertog van Cleve;

III. De Keurvorst van den Paltz, uit het Huis van Beijeren, als Hertog van Gulick;

IV. De Prins-Bisschop van Luik, in deze laatste hoedanigheid en als Graaf van Loon en Horne en als Heer van Maastricht ab indiviso;

V. De Staten-Generaal, als houdende de rechten van Hertog van Brabant voor het tweeheerig Maastricht ab indiviso als Hertog van Gelder, als Graaf van Valkenberg en Heer van Dalhem en s'Hertogenrade en van den Vroenhof;

VI. Verschillende Rijksvrijheeren van kleinere staten.

De landen die door deze verschillende vorsten geregeerd werden voor zoover betreft ons gewest

--

waren:

1. Een deel van het Oostenrijksch overkwartier van Gelderland (1)

namelijk:

Roermond, als hoofdstad.

Weert.

Nederweert.

Swalmen met Asselt.

Maasniel.

Herten-Merum en Ohl.

Wessem, zonder Poll (2).

Hunsel, zonder Elle (3).
Meijel.

2. Geheel Oostenrijksch Valkenberg bestaande uit:

Oirsbeek met Doenrade.

Amstenrade.

Merkelbeek.

Bingelrade.

Geleen.

Spaubeek (4).

Brunssum.

Schinveld.

Jabeek.

Schinnen.

Nuth.

Hoensbroek.

Vaesrade (thans gevoegd bij Nuth).

3. Een gedeelte van Oostenrijksch s'Hertogenrade (5) namelijk: Kerkrade zonder Bleijerheide (6).

Bocholtz.

(1) In Pruissen liggen thans de overige dorpen Over- en Nedercruchten, Wegberg, Elmpt.

(2) Poll zie onder no 22.

(3) Elle zie onder no 21.

(4) Zonder het gehucht „de Biest" dat door het tractaat van Fontainebleau bij Schimmert (Staatsch Valkenberg) gevoegd was.

(5) De Hoofdstad s'Hertogenrade en eenige Dorpjes liggen in Pruissen. (6) Bleijerheide zie onder no 7.

Simpelveld.

Ubach-over-Worms zonder Rimburg (1).

4. Een gedeelte van Oostenrijksch Daelhem (2) namelijk:

Mheer.

Noorbeek.

5. Een groot gedeelte van het Pruissisch Overkwartier van Gelderland (3).

Horst hoofdplaats van het ambt Kessel.

Venray.

Oostrum (thans bij de gemeente Venray).

Oirlo (thans bij de gemeente Venray).
Sevenum.

Kessel.

Helden.

Maasbree.

Baarlo (thans bij de gemeente Maasbree).
Blerick (thans bij de gemeente Maasbree).
Meerlo.

Swolgen (thans bij de gemeente Meerlo).
Tienray (thans bij de gemeente Meerlo).
Blitterswijck (thans bij de gemeente Meerlo).
Wanssum

Geysteren (thans bij de gemeente Wanssum).
Grubbenvorst.

Lottum (thans bij de gemeente Grubbenvorst).
Broeckhuysen.

Broeckhuysenvorst (thans bij de gemeente Broeckhuysen).
Ooijen (thans bij de gemeente Broeckhuysen).

Ambt Kessel.

Middelaar (thans bij de gemeente Mook-Middelaar) (4).
Bergen.

Well (thans bij de gemeente Bergen).

Ayen (thans bij de gemeente Bergen).

(1) Rimburg zie onder no 34.

(2) De hoofdstad Daelhem ligt in België met eenige andere Waalsche dorpen. (3) In Pruissen lag de hoofdstad Gelder, het ambt van dien naam en het ambt

Krieckenbeek,

met verschillende stadjes en dorpen.

(*) Zie onder no 6.

Afferden (thans bij de gemeente Bergen) (1).

Arcen

Velden

thans de gemeente Arcen en Velden.

Lom

6 Een klein gedeelte van het Hertogdom Cleve, namelijk:

Gennep.
Ottersum.

Heijen (thans bij de gemeente Bergen) (2).

Siebengewald (thans bij de gemeente Bergen) (3).
Mook (thans bij de gemeente Mook-Middelaar) (4).

7. Een gedeelte van het Hertogdom Gulick.

Sittard, hoofdplaats van het ambt Sittard en Born.
Broeksittard.

Susteren.

Dieteren (5).

Born-Holtum-Buchten.

Urmond.

Berg (6).

Munstergeleen.

Guttikhoven (thans bij de gemeente Limbricht) (7).

Eygelshoven.

Bleyerheide (thans bij de gemeente Kerkrade) (8).
Melick-Herkenbosch (ambt Wassenberg).

Tegelen (ambt Brüggen).

Ambt

Sittard

en

Born.

8. Een gedeelte van het Prinsbisdom Luik, namelijk alleen St. Pieter.

(') Bij Bergen, Well, Ayen en Afferden en het Cleefsche dorp Heyen is in 1817 gevoegd Siebengewald (dat bij de Cleefsche gemeente Weeze behoorde) tot vorming van de tegenwoordige gemeente Bergen.

(2) Zie onder no 5.

(3) Zie onder no 5.

(4) Zie onder no 5.

(5) Dieteren was een afzonderlijk kerkdorp en vormde het ressort van een laatbank; administratief en rechterlijk behoorde het overigens onder de schepenbank van Susteren

(6) l'erg was een afzonderlijk kerkdorp doch behoorde administratief en rechterlijk onder Urmond.

(7) Zie onder n° 35.

(8) Zie onder no 3.

Bleijerheide en Eijgelshoven hoorden bij de heerlijkheid Terheiden.

« PreviousContinue »