Page images
PDF
EPUB

de broederschap verbonden hebben, en Otto voornoemd beloofd heeft binnen het jaar 20 dubbele mottoenen te zullen uitgeven voor verbouwingen en herstellingen aan dat huis (1).

[merged small][ocr errors][merged small][merged small]

1383 (September 11) mensis Septembris die undecima.

Schep. v. M. verklaren, dat Reynerus DE EYTZENRODE, hun medeschepen, en zijn zoon Henricus ad annos sue discretionis perventus, en beide zonder echtgenoote, aan de broederschap van kapellanen der St. Servaaskerk aldaar eenen jaarlijkschen grondcijns van 4 schellingen, 6 penningen en 1 kapoen uit het huis (2) van wijlen Henricus DE DYPENBEKE met toebehoor gelegen in de Kapoenstraat tusschen het erf van Arnoldus ELEMANTS overgedragen hebben en beloofd haar het rustig bezit daarvan te zullen vrijwaren en Reynerus de verklaring heeft afgelegd op verzoek van den rentmeester dier broederschap die overdracht te zullen doen goedkeuren door zijnen minderjarigen zoon Egidius, zoodra hij den wettigen leeftijd zal hebben bereikt, alles onder verband zijner goederen.

Afschrift in: Registrum litter. fratern. A fol. 55 v. Schepenen: Godefridus DE HESE en Johannes DE HESE.

N° 888.

1383 (October 15) mensis Octobris die decima quinta.

Schep. v. M. oorkonden, dat Johannes DE HESE, zoon van wijlen Wynandi DE HESE Voor 4 marken, 11 schellingen en 2 kapoenen jaarlijkschen cijns aan Gerardus BOSMAN, klerk, in erf

(1) Uit de noot in dorso blijkt, dat voormeld huis geheeten werd „,in de beide handen" in duobus manibus.

(2) Dit huis kwam naderhand aan Henricus GORYS.

recht opgedragen heeft een huis in de Kesenruwe tusschen dat van Mathy as DE ALDENROEDE, klerk, en dat van diens schoonbroeder (sororius) Wilhelmus DECANI, met belofte hem in het rustig bezit daarvan te zullen houden waarvoor hij al zijne goederen verbonden heeft, en Gerardus voornoemd beloofd heeft van dien cijns 18 schellingen te zullen aflossen met 18 dubbele gouden mottoenen.

Orig. op perkament. - Schepenen als van no. 887.

N° 889.

(1384 Januari 2) Datum anno Domini millesimo trecentesimo octuagesimo tercio prout adhuc scribitur de consuetudine dicti opidi secundum quam data in festo pasche renovatur mensis Januarii die secunda.

Schep. v. M. oorkonden, dat Johannes BOLLEN, priester en kapellaan van St. Servaaskerk, en zijne moeder Agnesa aan de broederschap van kapellanen dier kerk eene jaarlijksche erfrente van 5 schellingen (1) uit een huis naast den moutmolen van den bisschop en naast ruwellam quandam ibidem stantem per quam itur supra Fecoram (de Ridderstraat) overgedragen hebben en verklaard dat behalve die rente op dat huis nog eene van 12 schellingen 's jaars gevestigd is, waarvoor zij hunne goederen verbonden hebben.

Afschrift in: Registrum litter. fratern. A fol. 54 v.
Gobelinus DE MONYOUWEN en Servatius DE MULKEN.

[ocr errors]

Schepenen:

N° 890.

1384 (Mei 7) mensis Maii die septima.

Schep. v. M. oorkonden, dat Johannes KYEPART, priester en investitus de Lemmoel (Limmel), Arnoldus KICKELMOY en Gode

(1) Met die rente stichtte Johannes BOLLEN zijn jaargetijde bij de broederschap voormeld.

fridus BECKENEELRE, als uitvoerders der laatste wilsbeschikking van Margareta PREECKERS, weduwe van Petrus DE HERBORCH, aan de broederschap van kapellanen der St. Servaaskerk aldaar voor dezer jaargetijde eene jaarlijksche erfrente van 5 schellingen uit het huis van Lambertus GRUTERS tegenover de Leugenpoort (ex opposito porta mendacium) tusschen dat van deze en dat van Johannis GHOLE, brouwer, gelegen, overgedragen hebben, uit welk huis Margareta voornoemd jaarlijks te beuren had eene rente van 16 schellingen, welke zij bij testament aan de verschillende kerken, kapellen en hospitalen gelegateerd heeft.

Orig. op perkament. Schepenen: Johannes DE JUYLEYMONT, Goblinus DE MONYOUWEN en Servatius DE MULKEN. Zegels: 3o. In een dubbelen driepas een schild gefaast van 8 stuk, over alles heen een naar rechts gewende klimmende valk; randschrift: S. SERVATII DE MOLKEN

SCABI. TRAIECTEN.

No 891.

(1384 Mei 26) Datum .... anno Domini millesimo CCCmo octuagesimo quarto feria quinta post Ascentionem Domini videlicet in octavis eiusdem.

Schout en schepenen der heerlijkheid St. Pieter oorkonden, dat Lambertus DE HORNE, priester, als refterproost van den deken en de kanoniken der St. Servaaskerk te Maastricht, voor 20 schellingen en 2 kapoenen jaarlijkschen cijns aan Henricus HOEDRIESCH, Visscher en burger dier stad, een huis onder voornoemde heerlijkheid in vico alti pontis tegenover het hospitaal gelegen tusschen het erf geheeten weggenguet en het huis van Theodricus QUANT, in erfrecht opgedragen heeft.

Orig. op perkament. Schepenen: Gyselbertus QUERMAN, schout, Heinricus KESTELMAN, Rutgherus DE VISETO, Reynerus DE Horreo, Reynerus DE EYTZENRODE, Mathyas SUPRA LACUM, Laurentius DE LACU en Theodericus DE BOYNGEN. Zegels: 1°. Een band, in het schildhoofd eene zespuntige ster; randschrift: S. GYSELBERTI QUERMANS; - 5. Een band op een schild met blokken bezaaid; randschrift: †S. REINE'. de . EETZENR'. SCABI. T'IECTEN; 6o. Een band, in het schildhoofd twee vijfbladen; randschrift: S'. MATHYS 7o. Drie naar

--

.. OPDE LAECK;

-

rechts gewende vogels (duiven) in het hartschild een vijfblad; randschrift: S. LAURENTI: DCS: DE LACU : 8. Van vair met in het rechter kanton een naar rechts klimmende dubbelstaartige leeuw; randschrift: . . DIDERICH. VAN. BOINGEN.

N° 892.

1384 (Augustus 16) mensis Augusti die decima sexta.

Schep. v. M. verklaren, dat Lambertus DE HORNE, priester, als refterproost en rentmeester van deken en kapittel van St. Servaas aldaar voor 22 marken en 4 kapoenen jaarlijkschen cijns aan Petrus GEWANTS van Namen en aan Mathias, zoon van Margareta DUELEN, in erfrecht opgedragen heeft een huis gelegen in platea panum (Stokstraat) tusschen dat van Johannes genaamd NAYMAN en dat van Theodericus genaamd BRECKEN, van welken cijns 16 schellingen zullen zijn voor den priester van de St. Vincentiuskapel als grondcijnsheer, 6 schellingen, 6 penningen en 2 kapoenen voor den beneficiant van het H. Kruisaltaar in O. L. Vrouwekerk, 5 schellingen voor Johannes PARYS, man van wapenen, en zijne erfgenamen en 221/2 schellingen voor de kanoniken van St. Servaaskerk, en Petrus beloofd heeft binnen het jaar 12 dubbele mottoenen of hunne waarde in ander geld voor verbeteringen aan dat huis te zullen besteden.

Orig. op perkament.
Henricus DE CLEERMONT.

-

Schepenen: Reynerus DE EETZENROEDE en

[ocr errors]

N° 893.

1384 (December 8) mensis Decembris die octava.

Schep. v. M. oorkonden, dat Wilhelmus DECANI, roededrager van St. Servaaskerk aldaar, voor eene jaarlijksche rente van 34 schellingen en 2 kapoenen aan Johannes CORMENT, tector strammium, en zijne echtgenoote Hilla, in erfrecht opgedragen heeft een huis gelegen retro ecclesiam sancti Johannis in platea dicta op den baluyne (Bouillonstraat) tusschen dat van Goes winus,

22

lapicida, en dat van Margareta MYNNENBOEDE, beloofd heeft hen in het rustig bezit daarvan te zullen houden en Johannes voornoemd verklaard heeft binnen het jaar 10 kleine mottoenen uit te geven voor herstellingen van dat huis.

Orig. op perkament. - Florentius WEELDE en Goblinus DE MONYOUWEN.

No 894.

Transfix. 1392 (September 1) op den eersten dage vanden maende Septembris.

Schep. v. M. verklaren, dat Martyn VAN WYCK, persone (pastoor) te Lonsen, en Johan PRUYME, priester, als uitvoerders van het testament van Willem DEKENS, roededrager van St. Servaaskerk aan de broederschap van kapellanen en aan de armen van het gasthuis dier kerk (den capellanen der broederscap des gasthuys van sint Servoes . . ende den armen inden selven gasthuys vergaderende) eene jaarlijksche erfrente van 16 schellingen, ieder de helft, te beuren uit de rente in den naastvoorgaanden brief vermeld, overgedragen hebben.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small]

(1385 Januari 12) Datum anno Domini millesimo trecentesimo octuagesimo quarto prout adhuc scribitur de consuetudine dicte curie nostre secundum quam data in festo Passche renovatur mensis Januarii die duodecima.

Schout en schepenen van Lenculen oorkonden, dat Wilhelmus RUEDREGER, priester en kapellaan van St. Servaaskerk te Maastricht, als rentmeester van de kanoniken dier kerk voor 3 marken en 19 schellingen jaarlijkschen cijns aan Gerardus DE BORSEN, sartor, en aan Heylwidis, zijne echtgenoote, het huis van wijlen. Gyselbertus genaamd Cleyne Her GHYSKENS, priester, gelegen in vico Eggerechsgaet tusschen dat van Nicholaus DE SPAUDEN en dat van Wilhelmus genaamd MEYER van Hees in erfrecht heeft

« PreviousContinue »