Page images
PDF
EPUB

N° 989.

1398 Februari 7. Opdracht aan Johan Vederwesche van Doenrade

van een huis door Leonard van Breyde.

Wir Johan VAN JUYLEYMONT ende Mathees DUNNEN, scepenen te Tryecht, getuygen mit desen bryeve als scepenen dat Leonart VAN BREYDE der varwer in recht van erve gaf Johannes genant VEDERWESCHE van Doeyenroede ende Gudelen sinen wyve guede nuwelingen getymmert gelegen op ghene Mase, darmen gheyt tsint Anthonys wart, voere ende achter mit allen sinen tubehoer tusschen guede des selven Leonards dar he ynne woent ter eynre syden ende guede Hubrecht MOERS ter andere, te weten mitter plaetsen achter dese vurscreven guede gelegen ghoende totter nuwen thoenen tu die Leonarde tuhoirt ende mitten ghange totter heymlicheyt, die heymelicheyt mede gelyc dat dat huysken vander heymlicheyt nu onderslagen is, beheltenisse soe wes an der heymlicheyt noemoels noyt gebuerde te buwen, an vegen of anders, dat beyde partyen vurscreven ende honne nacomelingen dat gelyckerhant maken sullen op honre beyder kost, vytgescheyden van dake salt egelyc syn antale buwelic halden. Ouch ist te weten der caengel, de ligt boeven dit vurscreven guet ende darmede Leonart syn water van sinen huyse vallende voire ter straten wart afleyt, denen caengel sal Leonart ende sine erven ende naecoemelinge, die dat gut haldende sullen syn dat Leonart nu helt, ewelic op honnen kost buwelic halden sonder kost ende schade Johans VEDERWESCHE, Gudelen syns wyfs ende honre erven, alle joer dese vuerscreven guede omme ende vur vyer marcke ende twe capuyne joirlix ende erflic cyes alsmen te Tryecht van erve joirlix schuldich is te betalen, alle joer erflic te betalen eyne haltschet tsint Johans messe ende dat ander haltschet mitten capuynen te Kirsmesse, alsoe dat Leonart vurgenoempt geloefde die vurscreven Johannes ende Gudelen parvolx en honne erven inden vurscreven guede mit sinen tubehoer gelyc dat voirebecleert (steyt te halden, rastlic ende vredelic buten joers ende dar bynnen vur den. alingen cyes ende capuynen vurscreven ende alle recht ansproeke ende calaynge af te doen als behoirlic is mit verbeyntenisse alle synre guede ende te peynden mitter bueten, van wilgen alingen cyese vurscreven der vurgenoempde Johan VEDERWESCHE geloefde

af te loissen ende te quyten derdehalve marcke erfcyes vurscreven, egelicke marcke mit vyftene dobbele mottuynen, gelyc eyne kouman den anderen te Tryecht betailt, dat is te weten eyne marck tusschen dit ende sint Johansmesse neest volgende ende dat andere bynnen joer ende dage noest den vurscreven sint Johans dage komende, mit verbentenisse alle synre guede ende te peynden mitter bueten. Gegeven int joer vander gebuerde ons Heren dusent dryehondert noegentich ende acht sesse dage in Februario. Ende et is te weten alsoe lange die talinge vander loyssinge nyet gedoen en is, soe sal Johan vurscreven den cyes betalen nae belange als gewoenlic is. Datum ut supra.

Orig. op perkament.

No 990.

Transfixen. 1398 (Februari 9) noegen dage in Februario.

Schep. v. M. oorkonden, dat Leonart VAN BRYEDE, verver, en zijne echtgenoote Byelie aan Johan VEDERWESCHE en zijne echtgenoote Gudelen 212 mark van de jaarlijksche rente, vermeld in den brief waardoor deze is gestoken, overgedragen hebben, onder belofte hun het rustig bezit daarvan te zullen verzekeren.

Orig. op perkament.

Schepenen als van no. 989.
No 991.

1399 (September 29) op den lesten dage sonder eyne van den maende Septembris.

Schep. v. M. verklaren, dat Leonart VAN BRYEDE, verver, en Byelie zijne echtgenoote in korting van de rente in den hoofdbrief vermeld eene van 21/2 marken 's jaars aan Johan VEDERWESCHE en diens echtgenoote Gudelen overgedragen hebben.

[blocks in formation]

1421 (Januari 23) dryeendetwintich dage inden Loumaent.

Schep. v. M. oorkonden, dat Johan VEEDERWISCH voor 2 marken, 19 schellingen, 6 penningen en 2 kapoenen jaarlijksche rente in erfpacht opgedragen heeft aan Reyner VAN OPHOVEN en Beateren zijne echtgenoote het erf gelegen opder maesen byder vierlinxpoerten (1) daemen gheyt tsint Anthonys wart gelegen tusschen het erf (1) Poort bij de Kleine Gracht aan de Maas.

van Peter MORDEROGGEN en dat van Goedart HASENPECK van Gronsfeldt en vermeld in den eersten scepenen brieve daran dis tegenwerdich brief is getransfigeert en beloofd heeft hen in dat erf hantvaste, rastelick ende vredelyck te zullen houden voor den voormelden cijns en hen tegen elke vordering te zullen vrijwaren. Orig. op perkament. - Schepenen: Dierick LAMBOY en Arnolt VAN DER MOELEN.

N° 993.

1421 (Fanuari 25) vyfendetwintich dage inden Loumaent.

Schep. v. M. getuigen, dat Johan VEDERWISCH in korting van de jaarlijksche rente, vermeld in den naastvoorgaanden brief, aan Reyner VAN OPHOVEN en zijne echtgenoote Beateren 2 marken jaarlijksche rente overgedragen heeft en afstand gedaan van zijne rechten op het erf in dien brief genoemd.

[blocks in formation]

1431 (Maart 12) des twelfden daichs in Marcio, geheyten Merte.

Schep. v. M. oorkonden, dat Reyner VAN OPHOVEN aan de broederschap van kapellanen van St. Servaas, van de rente in den naastvoorgaanden brief vermeld, overgedragen heeft eene jaarlijksche rente van 2 marken, waarvan 28 schellingen in ruil voor een gelijk aantal schellingen, die de broederschap hem op andere goederen heeft toegewezen, en de overige 12 schellingen voor zijn jaargetijde en beloofd heeft die overdracht te zullen doen goedkeuren door zijne echtgenoote Beateren.

Orig. op perkament.
Gerard Clut.

Schepenen: Pauwels VAN DEN BIESSEN en

N⚫ 995.

1398 (Maart 9) noegen dage inden Meert.

Schep. v. M. oorkonden, dat Peter VAN RYMERSTOCK aan Erwyn VAN ECKELROEDE, zoon van Ulrix VAN ECKELROEDE, eene jaarlijksche erfrente van 11 mark uit het huis van Arnold VAN BYELSEN, boirmeker, in die nuwestrate by sinte Amore gelegen tusschen dat van Johan VAN DEN HERTTE, schepen van Maas

tricht, en het huis geheeten ten engele, voorheen genaamd pape Wyrix guede, overgedragen heeft en beloofd hem het rustig bezit daarvan te zullen vrijwaren (1).

[merged small][ocr errors][merged small][merged small]

Transfixen. 1398 (Maart 18) achtene dage inden Meert.

Schep. v. M. verklaren, dat Erwyn, zoon van Ulrix VAN ECKELROEDE, aan Johan VAN DEN HERTTE, hun medeschepen, de jaarlijksche erfrente van 11/2 mark in den naast voorgaanden brief vermeld en al de rechten daarop heeft overgedragen, en onder verband zijner goederen beloofd heeft de gebruikelijke formaliteiten te zullen nakomen.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small]

1412 (Maart 15) inden maende vanden Meerte des vyfteenden daighe.

Schep. v. M. oorkonden, dat hun medeschepen, Johan VANDEN HEIRTE, de verklaring heeft afgelegd, vroeger beloofd te hebben Cornelis VAN DEN BONGARDE en Barbara diens echtgenoote, zijne dochter, mit vurwarden van huwelick te geven eene jaarlijksche rente van 11/2 mark en dit nog niet geschied is, weshalve hij aan Cornelis en Barbara de rente van 11/2 mark uit het huis van Arnout VAN BYELSEN, schepen van Maastricht, vermeld in den hoofdbrief waardoor deze gestoken is, overgedragen heeft, waarna Cornelis van die rente ten behoeve van den deken en het kapittel van St. Servaas afstand gedaan heeft, met belofte dit te zullen doen goedkeuren door zijne echtgenoote.

Orig. op perkament.
VAN LIJNDE.

-

Schepenen: Bertrand VAN LAER en Lambrecht

(Wordt vervolgd).

(1) In dorso: Dit es der bryf van XXX op Arnouts huis van Bylsen, en met eene latere hand erbij gevoegd: de XXX solidis pro anniversario domini Martini de Aquis, canonici.

[graphic]

Croix sépulcrale de

Geldulphe,

prévôt de Saint-Servais à Maestricht,

retrouvée en cette église le 31 août 1903.

« PreviousContinue »