Page images
PDF
EPUB

Van booten, door Nederlanders uitsluitend gebezigd tot vervoer van passagiers, bagage, brieven of andere goederen, welker verzending geene betaling van regten medebrengt, zullen geene tonnengelden geheven worden; doch laadbooten, gebezigd om aan regten onderhevige goederen te vervoeren, zullen elke vier maanden eens. met een tonnengeld van één mace per gemeten Engelsche ton worden belast.

Art. 9.

Binnen 24 uren na aankomst van een Nederlandsch koopvaardijschip, zullen de scheepspapieren, het manifest, enz., aan den consul worden ter hand gesteld, die binnen daaraanvolgende 24 uren aan het tolkantoor den naam, de tonnenmaat en den inhoud van de lading van het schip zal opgeven. Indien door verzuim van den schipper deze opgaaf niet binnen 48 uren na aankomst van bet schip geschiedt, zal hij belast worden met eene boete van 50 taels voor elken dag uitstel, tot hoogstens 200 taels. De schipper zal ook verantwoordelijk zijn voor de juistheid van het manifest, hetwelk eene naauwkeurige en volledige opgaaf van de lading aan boord bevatten moet. Indien door zijn toedoen een valsch manifest aan het tolkantoor wordt ingeleverd, zal hij beboet worden met 500 taels; doch hij zal het regt hebben, binnen 24 uren na inlevering van het manifest, eenige daarin gemaakte vergissing te verbeteren, zonder daardoor in boete te vervallen.

Na ontvangst van bovenbedoelde opgaven van het consulaat, zal het tolkantoor een verlofbiljet aan den schipper doen toekomen tot opening der luiken. Indien de schipper de luiken zal openen en beginnen te lossen zonder zulk verlof biljet, zal hij 500 taels boete betalen, en de oogenblikkelijk gelost wordende goederen zullen verbeurd verklaard worden.

Wanneer alle tonnengelden en regten op schip en lading vereffend zijn, zal het tolkantoor een uitklaringbiljet afgeven, op vertoon waarvan de consnl de scheepspapieren weder aan den schipper zal ter hand stellen, zoodat het schip de haven weder zal kunnen verlaten.

Bij ontstentenis van een' Nederlandschen consul of wettig plaatsvervangend persoon, is de schipper bevoegd en verpligt, zich met de beambten van het plaatselijk tolkantoor in dadelijke betrekking te stellen, ter voldoening aan de in dit artikel vervatte bepalingen.

Art. 10.

Nederlandsche onderdanen zullen bij in-, uit- of doorvoer van koopmanschappen de regten betalen, bij het bestaande tarief van inkomende, uitgaande en transitoregten daarvoor vastgesteld, doch in geen geval zal van hen meer worden gevorderd dan door de onderdanen van eenige andere vreemde mogendheid daarvoor wordt betaald. Alle invoerregten zullen betaalbaar zijn tijdens de lossing, en uitvoerregten tijdens de aflading der aldus belaste goederen; terwijl het doorvoerregt op binnenlandsche verzending zal geheven worden tegen afgifte, door het tolkantoor, van het daartoe strekkend verlof biljet.

Het is ongeoorloofd, goederen uit het eene schip in het andere over te laden zonder verlof van het tolkantoor, op straffe van verbeuring der oogenblikkelijk overgeladen wordende goederen.

Geene goederen mogen gelost of geladen worden door Nederlandsche schepen, dan vergezeld van een verlof biljet van het tolkantoor, op gelijke straf van verbeurdverklaring der goederen.

Nederlandsche kooplieden, die de goederen, welke zij in eenige Chinesche haven onder betaling van regten hebben ingevoerd, weder wenschen uit te voeren naar eene andere haven des Rijks, zullen die goederen aan eene inspectie van wege het tolkantoor onderwerpen. Bij gebleken overeenstemming der goederen met de daarvan bestaande beschrijving in de boeken van het tolkantoor, zal den koopman een contrabewijs («drawback") worden verleend, waarin het bedrag der betaalde inkomende regten opgegeven staat, welk contra-bewijs vervolgens aan hetzelfde tolkantoor als betaalmiddel voor in- of uitvoerregten kan gebezigd worden. De aldus weder uitgevoerde goederen betalen bij aankomst in de andere Chinesche haven op nieuw inkomende regten. Mogt er bij onderzoek blijken bedrog jegens het tolkantoor gepleegd te zijn, dan worden de goederen verbeurd verklaard.

Verlangt men goederen, waarop reeds de inkomende regten betaald zijn, weder naar het buitenland uit te voeren, dan voorziet men zich op gelijke wijs bij het tolkantoor van een contra-bewijs, dat later aldaar als betaalmiddel kan dienen.

Vreemde granen, in Nederlandsche schepen aangevoerd, waarvan de lossing nog niet is aangevangen, mogen vrijelijk weder uitgevoerd worden. Doch is de lossing gedeeltelijk of geheel geschied, dan kan zoowel het geloste als het ongeloste gedeelte niet dan volgens tariefsbepaling naar eene andere Chinesche haven worden uitgevoerd.

Art. 11.

De regten op goederen zullen belast worden op het netto gewigt, onder aftrek der werkelijke tarra. Indien er tusschen het tolkantoor en den eigenaar verschil ontstaat omtrent de hoegrootheid der tarra, zullen beide partijen gezamenlijk de werkelijke tarra onderzoeken en vaststellen. In andere gevallen van geschil, voor aanschouwelijke uitwijzing niet vatbaar, kan de Nederlandsche eigenaar der goederen zich binnen 24 uren tijds op zijn consul beroepen, die daarop met het tolkantoor tot bemiddeling der zaak in overleg zal treden, gedurende welk overleg het verschuldigde bedrag aan regten buiten boeking zal blijven.

Ten opzigte der goederen, volgens het tarief » ad valorem" belast, zal, ingeval er tusschen den Nederlandschen eigenaar en de tolbeambten verschil omtrent de waarde ontstaat, iedere partij twee of drie kooplieden uitnoodigen om de goederen te onderzoeken en de hoogste prijs, waartoe één dier kooplieden de goederen zou willen koopen, zal als de waarde der goederen worden aangemerkt.

Ingeval er beschadiging aan de goederen bevonden wordt, zullen de regten, in evenredigheid van het daaruit ontstaan verlies in waarde, worden verminderd; en bij

geschillen hieromtrent, zal ter uitwijzing gehandeld worden, even als hier boven voor de taxatie van »ad valorem" belaste artikelen is bepaald.

Art. 12.

In elke der opengestelde havens zullen de Chinesche overheden de middelen aanwenden, die hun het raadzaamst voorkomen om te verhinderen dat 's Rijks inkomsten door bedriegelijke ontduiking van regten worden benadeeld.

Nederlandsche koopvaardijschepen mogen, om handel te drijven, geene andere plaatsen in China dan de bij dit tractaat opengestelde havens aandoen, op straffe van verbeurdverklaring van schip en lading. Mogt een schip echter in dringend zeegevaar uit noodzakelijkheid in eene niet-opengestelde haven de wijk nemen, dan is deze straf bepaling niet van toepassing; doch de Chinesche overheid zal in zulk geval maatregelen nemen om het schip te beveiligen en het in staat te stellen de reis te vervolgen, zonder toe te laten dat eenige onwettige handel in die haven · plaats hebbe, welke op straffe der verbeurdverklaring van schip en lading is verboden. Indien het blijkt dat een Nederlandsch koopvaardijschip in eene opengestelde haven des Rijks is gebezigd tot sluikhandel, zullen de goederen, van welken aard of prijs ook, verbeurd verklaard worden, en daarenboven kan zulk schip van de regten, bij dit tractaat verleend, voortaan vervallen worden verklaard.

Alle opgelegde boeten of verbeurdverklaringen ingevolge de bepalingen van dit tractaat, zullen zijn ten voordeele van het Chinesche bestuur.

Art. 13.

Nederlandsche oorlogsschepen, zonder vijandelijk oogmerk China bezoekende of op kruistogt tegen zeeroovers, zullen vrijelijk alle havens, behoorende tot het Chinesche Rijk, mogen aandoen om zich van leeftogt en water te voorzien, of ook, des noodig, tot het verrigten van reparatien. De bevelhebbers zulker schepen zullen zich op den voet van ranggelijkheid en wederzijdsche hoffelijkheid met de Chinesche overheden in betrekking kunnen stellen.

Art. 14.

Alle ambtsbrieven, door de vertegenwoordigers, consuls en consulaire agenten van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden aan het Chinesche bestuur te rigten, zullen in de Nederlandsche taal worden opgesteld, en vergezeld gaan van eene Chinesche vertaling; met dien verstande echter, dat bij ontstaand verschil omtrent de bedoeling eeniger uitdrukking, de Nederlandsche zoowel als de Chinesche Regering, ieder haar eigen tekst beschouwen zullen als toets der ware beteekenis.

Hetzelfde geldt van het tegenwoordig tractaat, waarvan de Chinesche vertaling zoo naauwkeurig mogelijk met het oorspronkelijk Nederlandsch is overeengebragt.

Art. 15.

Alle regten, voorregten of vrijdommen in dit tractaat niet opgenomen, die aan andere vreemde natien mogten zijn verleend of later verleend mogten worden, zullen door de Nederlandsche Regeering en hare onderdanen ten volle moeten gedeeld worden.

Art. 16.

De ratificatie van dit tractaat zal binnen een jaar na de onderteekening plaats hebben, en de beide Rijken zullen ieder een hoofdambtenaar benoemen, om hetzij te Tientsin, hetzij te Canton, de geratificeerde tractaten uit te wisselen.

Ten bewijze van het bovenstaande, hebben de beide genoemde gevolmagtigde afgevaardigden deze overeenkomst eigenhandig onderteekend en gezegeld.

Gedaan te Tientsin, op heden den zesden October des jaars achttien honderd drie en zestig, overeenkomende met den vier en twintigsten dag der achtste maand des tweeden jaars van Tong Tsjie.

(Get.) TSONG HAU.

(L.S.)

(Get.) J. DES AMORIE VAN DER HOEVEN. (L.S.)

Afzonderlijk artikel, behoorende bij het tractaat, gesloten tusschen Nederland en China te Tientsin op den 6den October 1863.

Bij de herzieningen van het tarief van handelsregten in China, welke later, ingevolge de verschillende tusschen China en andere Rijken gewisselde tractaten, zullen plaats hebben, zal de Nederlandsche Regering het regt hebben aan de daarover te voeren onderhandelingen deel te nemen, waartoe dus in het thans gesloten tractaat tusschen Nederland en China geen afzonderlijke termijn is vastgesteld.

Ten bewijze waarvan de wederzijdsche gevolmagtigde afgevaardigden dit afzonderlijk artikel van overeenkomst eigenhandig hebben onderteekend en gezegeld.

Gedaan te Tientsin, op heden den zesden October des jaars achttien honderd drie en zestig, overeenkomende met den vier en twintigsten dag der achtste maand des tweeden jaars van Tong Tsjie.

(Get.) TSONG HAU.

(L.S.)

(Get.) J. DES AMORIE VAN DER HOEVEN. (L.S.)

De uitwisseling der akten van bekrachtiging op bovenstaand tractaat heeft den 26sten Juli 1865 te Canton plaats gehad.

COLUMBIA.

Tractaat van vriendschap, scheepvaart en handel den Isten Mei 1829 tusschen Nederland en Columbia gesloten. (1)

Traité d'amitié, de commerce et de navigation, conclu le Mai 1829 entre les Pays-Bas et la Colombie.

Naardien zich sedert eenigen tijd, han- Habiendose establecido algun tiempo ha delsbetrekkingen gevormd hebben, tusschen relaciones mercantiles entre el Reyno de het Koningrijk der Nederlanden en de los Paises Bajos y los Territorios de la landen der Republiek van Colombia, is het Republica de Colombia, se ha creido util voor de handhaving en uitbreiding der para la seguridad y fomento de sus wederzijdsche belangen nuttig geoordeeld, tuos intereses que dichas relaciones sean die betrekkingen door middel van een confirmadas y protegidas por medio de un tractaat van vriendschap, scheepvaart en tratado de amistad, de amistad, navegacion y COhandel te bevestigen en te beschermen. mercio.

Met dit oogmerk hebben respectivelijk tot hunne gemagtigden benoemd,

te weten:

Con este objeto han nombrado sus respectivos Plenipotentiarios,

a saver:

Zijne Majesteit den Koning der Neder- Su Magestad el Rey de los Paises Bajos landen, Mr. ANTON REINHARD FALCK, a Dr. ANTONIO RICARDO FALCK, ComendaKommandeur der Orde van den Neder- dor de la Real Orden del Leon Belgico, landschen Leeuw, en Hoogstdeszelfs Ambas- su Embajador Extraordinario y plenipotensadeur Extraordinaris en Plenipotentiaris tiario cerca de Su Magestad Britanica. bij het Hof van Groot-Brittanje,

[blocks in formation]

de President-Bevrijder van de Republiek el Presidente Libertador de la Republica van Colombia, den heer JOSEPH FERNAN- de Colombia, al Sr. JOSE FERNANDO MADRID, DEZ MADRID, Extraordinaris Envoyé en Mi- Enviado Extraordinario y Ministro Pleniponister Plenipotentiaris bij Zijne Groot-Brit- tentiario cerca de Su Magestad Britanica, tannische Majesteit; dewelke na zich over quienes, despues de haberse comunicado

(1) Dit tractaat is opgenomen in het Staatsblad van 1830 no. 6.

HANDELS- EN SCHEEPVAARTSOVEREENKOMSTEN.

2

« PreviousContinue »