De overtredingen welke, door de onderdanen van den eenen Staat begaan, in den anderen Staat ontdekt worden, zullen dadelijk ter kennisse van de betrokkene post-administratie gebragt worden, om naar de wetten van elk land vervolgd te worden.

TITEL IV.

Van den doorvoer van geslotene
brievenmalen.

Art. 31. De Koninklijk Pruissische post-administratie vergunt, gemeenschappelijk met de Keizerlijk Oostenrijksche post-administratie, en over den afstand van deNederlandschPruissische grenzen tot Triëst toe, en omgekeerd, den doorvoer van geslotene pakketten met brieven en nieuwspapieren, die tusschen het Koningrijk der Nederlanden en de Nederlandsche Bezittingen in Indië gewisseld worden. De vergoeding welke de Koninklijk Nederlandsche post-administratie voor het vervoer dezer pakketten over den bovengemelden afstand te betalen heeft, wordt voor de brieven op drie zilvergrossen, en voor kruisband-verzendingen, nieuwspapieren en gedrukte stukken op zilvergrosse voor elke 15 wigtjes netto gewigt, vastgesteld.

Het benuttigen van den weg over Triest voor de verzending van deze pakketten met brieven en nieuwspapieren blijft afhankelijk van de schikkingen, door de Koninklijk Nederlandsche post-administratie wegens het verdere vervoer van die pakketten over den afstand tusschen Triëst en Nederlandsch Indie met de betrokkene administratiën te maken.

Art. 32. Wegens den doorvoer der geslotene brievenmalen, welke van de Koninklijk Nederlandsche zijde met die Koninklijk Hannoversche postkantoren, als ook met de postkantoren te Hamburg en te Bremen, door tusschenkomst van de Pruissische pos

Defraudationen, welche von Unterthanen des einen Staats ausgegangen und in dem anderen Staat entdeckt worden sind, werden, Behufs Einleitung der Bestrafung nach den Gesetzen eines jeden Landes, sogleich zur Kenntniss der betreffenden PostVerwaltung gebracht werden.

TIT. IV.

Den Transit verschlossener Briefpackete betreffend.

Art. 31. Die Königlich Preussische Post-Verwaltung gestattet, in Gemeinschaft mit der Kaiserlich Oesterreichischen Post-Verwaltung, die Beförderung verschlossener Briefund Zeitungs-Packete zwischen dem Königreiche der Niederlande und den Niederländischen Besitzungen in Indien, von der Niederländisch-Preussischen Grenze bis Triëst et vice versa. Die Vergütung, welche die Königlich Niederländische Post-Verwaltung für den Transit dieser Packete auf obiger Strecke zu leisten hat, wird für Briefe auf 3 Silbergroschen, und für Kreuzband-Sendungen und Drucksachen auf Sgr pro 15 Grammen Netto-Gewicht festgesetzt.

Die Benutzung der Route über Triëst für die Versendung der gedachten Brief- und Zeitungs-Packete bleibt von der Verständigung abhängig, welche die Königlich Niederländische Post-Verwaltung über die Beförderung dieser Packete zwischen Triëst und Niederländisch Indien mit den betreffenden Behörden herbeizuführen hat.

Art. 32. Ueber den Transit der verschlossenen Brief- etc. Packete, welche Königlich Niederländischer Seits mit Königlich Hannoverschen Post - Anstalten, sowie mit den Post-Aemtern in Hamburg und Bremen, durch Ver mittelung der Preussischen Posten,

terijen in dit oogenblik gewisseld worden, mitsgaders wegens de vergoeding daarvoor te geven, zullen zich de betrokkene Duitsche post-administratien met de Pruissische post-adminis

tratie verstaan.

Art. 33. De Koninklijk Nederlandsche post-administratie vergunt aan de Koninklijk Pruissische postadministratie den doorvoer van geslotene brievenmalen naar en uit GrootBritannie en Ierland, als ook naar en uit Amerika, langs den weg over Engeland, tegen eene vergoeding van 10 cents voor elke 15 wigtjes aan brieven, netto gewigt, en van cent voor elk nommer van een nieuwspapier of voor ieder vel druks.

Art. 34. De doorvoer van geslotene pakketten met brieven en nieuwspapieren tusschen Pruissen en Belgie wordt van de Koninklijk Nederlandsche zijde toegestaan. Omtrent de hiervoor te verstrekken vergoeding zal de Koninklijk Belgische postadministratie zich met de Koninklijk Nederlandsche verstaan.

TITEL V.

Vrijdom van port.

Art. 35. De briefwisseling van Z. M. den Koning der Nederlanden en van de leden van het Koninklijk Nederlandsche regerende Huis ter eenre zijde, en die van Z. M. den Koning van Pruissen, van de leden van het Koninklijk Pruississche regerende Huis, en van de regerende Huizen der Staten, welke tot het postgebied der Pruissische administratie behooren, ter andere zijde, worden portyrij verzonden.

Wijders zal de briefwisseling wegens zuivere staatsdienstaangelegenheden tusschen de wederzijdsche autoriteiten, alsmede tusschen de Nederlansche autoriteiten en die van de Staten welke in het postgebied van de Pruissische administratie gelegen

zur Zeit gewechselt werden, im gleichen über die zu leistende Vergütung, werden sich die betreffenden Deutschen Post-Verwaltungen mit der Preussischen Post-Verwaltung verständigen.

Art. 33. Die Königlich Niederländische Post-Verwaltung gestattet der Königlich Preussischen Post-Verwaltung den Transit verschlossener BriefPackete nach und aus Gross-Britannien und Irland, sowie nach und aus Amerika, auf dem Wege über England, für eine Vergütung von 10 Cents für je 15 Grammen Briefe Netto-Gewicht, und von Cent für jede Zeitungs-Nummer oder für jeden Druckbogen.

Art. 34. Königlich Niederländischer Seits wird der Transit verschlossener Brief- und Zeitungs-Packete zwischen Preussen und Belgien gestattet. Ueber die zu leistende Vergütung wird sich die Königlich Belgische mit der Königlich Niederländischen Postverwaltung verständigen.

TIT. V.

Portofreiheit.

Art. 35. Die Correspondenz zwischen S. M. dem Könige der Niederlande und den Mitgliedern des Königlich Niederländischen Regentenhauses einerseits, und S. M. dem Könige von Preussen, den Mitgliedern des Königlich-Preussischen Regentenhauses und den Regentenfamilien derjenigen Staaten, welche zu dem Preussischen Post-Verwaltungs- Bezirke gehören, andererseits, wird portofrei befördert.

Ferner wird die Correspondenz in reinen Staats-Dienst-Angelegenheiten zwischen den beiderseitigen Behörden, sowie zwischen den Niederländischen Behörden und den Behörden derjenigen Staaten portofrei befördert werden, welche zu dem Preus

zijn, portvrij verzonden worden. Iedere dienstbrief, waarvoor op vrijstelling van port aanspraak gemaakt wordt, moet als officiele briefwisseling aangeduid en met het ambtszegel gesloten zijn, als ook op het adres de ambtsbetrekking van den afzender vermelden.

TITEL VI.

Van de levering van nieuwspapieren.

Art. 36. De nieuwspapieren en tijdschriften, waarop door de Nederlandsche bij de Pruissische, of door de Pruissische bij de Nederlandsche postkantoren een abonnement genomen wordt, moeten aan de postkantoren die de bestelling doen tot geene hoogere prijzen, dan tot die waarvoor de postkantoren die de bestelling aannemen dezelfde nieuwspapieren en tijdschriften in hun eigen land leveren, in rekening gebragt worden. De wederzijdsche post-administratien zullen aan elkander wederkeerig dien overeenkomstig opgemaakte prijscouranten en opgaven omtrent de verdere voorwaarden van het abonnement mededeelen.

TITEL VII.

Van de Estafetten-dienst.

Art. 37. Elke estafette, die van een der beide grens-stations uitgaat en op haren weg een station van de andere administratie bereikt, moet op dat station van paard verwisselen.

De beide post-administratien zullen aan elkander de wederzijdsche tariefsbepalingen voor de verzendingen van estafetten mededeelen, en dienovereenkomstig de kosten der estafetten doen vergoeden. Elke administratie zorgt voor de betaling der door hare postkantoren verzondene estafetten, mits de schuld van het betrokkene postkantoor binnen zes maanden aan

sischen Post-Verwaltungs-Bezirk gehören. Jedes Dienstschreiben, für welches Portofreiheit in Anspruch genommen wird,muss als Official-Sache bezeichnet und mit dem Dienstsiegel verschlossen sein, auch auf der Adresse die Benennung der absendenden Behörde enthalten.

TIT. VI.

Den Zeitungs-Debit betreffend.

Art. 36. Diejenigen Zeitungen und periodischen Schriften, auf welche von Niederländischen bei Preussischen, oder von Preussischen bei Niederländischen Post-Anstalten

abonnirt wird, werden den bestellenden Post-Anstalten zu keinem höheren als zu demjenigen Preise geliefert werden, für welche die, die Bestellung ausführenden Post-Anstalten die betreffenden Zeitungen und periodischen Schriften im eigenen Lande absetzen. Hiernach aufgestellte Preis-Verzeichnisse, mit Angabe der Abonnements-Bedingungen, werden die beiderseitigen PostVerwaltungen sich gegenseitig mittheilen.

TIT. VII.

Den Estafetlendienst betreffend.

Art. 37. Jede Estafette, welche von einer der beiden Grenz-Stationen ausgeht und auf ihrem Wege eine jenseitige Station berührt, muss auf dieser Station das Pferd wechseln.

Beide Post-Verwaltungen werden sich die gegenseitigen Tarifsätze für die Estafetten-Beförderung mittheilen, und darnach die EstafettenKosten berichtigen lassen. Jede Verwaltung vertritt die Bezahlung der von ihren Post-Anstalten abgesandten Estafetten, doch muss die Schuld der betreffenden Post-Anstalt binnen sechs Monaten der vorgesetzten

Behörde derselben angezeigt werden.

Die Abrechnung über die Estafetten- etc. Gelder erfolgt zwischen den beiderseitigen Grenz-Post-Anstalten.

Werths-Declarationen dürfen bei Estafetten-Sendungen nicht zugelassen werden.

Für den Verlust einer EstafettenSendung wird dieselbe Vergütung geleistet, welche für den Verlust eines recommandirten Briefes festgesetzt worden ist.

TIT. VIII.

Schluss-Bestimmungen.

Art. 38. Ueber das bei dem Wechsel-Verkehr zwischen den beiderseitigen Post-Anstalten zu beobachtende Expeditions-Verfahren, über die Spedition, über die Abrechnungsweise, sowie über alle sonstige zur Ausführung des gegenwärtigen Vertrages zu treffende Maassregeln, werden sich die beiderseitigen PostVerwaltungen verständigen. Die Bestimmungen des hierüber zwischen den beiden Post-Verwaltungen abzuschliessenden Uebereinkommens können in gegenseitigem Einverständnisse zu jeder Zeit geändert werden.

Art. 39. Gegenwärtiger Vertrag tritt mit dem Isten April 1851, mit welchem Tage der zu Utrecht unterm 21 Juni 1817 abgeschlossene PostVertrag erlischt, in Kraft, und soll vorerst bis zum Schlusse des Jahres 1860, bis zu welcher Zeit der DeutschOesterreichische Post-Vereins-Vertrag abgeschlossen worden ist, Gültigkeit haben.

Art. 40. Vorstehender Vertrag wird ratificirt, und sollen die Ratifications-Urkunden innerhalb sechs Wochen zu Berlin ausgewechselt werden.