Page images
PDF
EPUB

zoo uitgestrekte gebouw der vaderlandsche geschiedenis, waarvan de boekhandel wel een zeer ondergeschikt, maar niettemin toch niet geheel verwerpelijk brokstuk is. Bovendien, de landswet van 1817, die onzen handel 63 jaren lang beheerscht heeft, is niet maar zoo als uit de lucht gevallen, maar wel degelijk ontstaan uit vroegere; en voor den man, die belang stelt in den ontwikkelingsgang van zijn handelsvak, kan het niet gansch onverschillig wezen ook de voorschriften te kennen van een vroegeren tijd en de eigenaardige toestanden daaruit geboren.

Wat hier gegeven wordt zijn weinig anders dan aanteekeningen, die niet de geringste aanspraak maken op een hoogere waarde, vooral niet op iets volledigs. Dat laatste springt al dadelijk in het oog, wanneer de opsteller verklaart alleen de archieven van het departement der Zuiderzee en van de stad Haarlem doorzocht en daaruit voorbeelden gehaald te hebben, die met vele andere uit die der overige departementen uit te breiden zouden geweest zijn. Trouwens, de gevallen elders vermeld kunnen van overeenkomenden aard geacht worden; zij zouden wel tot getalsvermeerdering, minder tot verklaring hebben kunnen strekken. Ook was het hier niet om het kompleete te doen; veeleer om een beeld, althans een schets te geven van den boekhandel tusschen 1806 en 1814. En daartoe was ook het minder volledige voldoende. De plaats, die dit opstel gevraagd heeft in onzen bundel Bijdragen, kenmerkt genoegzaam zijn doel. Schrijven en opschrijven is twee.

Van de staatkundige en maatschappelijke geschiedenis wordt natuurlijk hier niets vermeld dan het strikt noodige in verband met hetgeen ermee samenhangt. Ter verlevendiging van ieders historische herinnering, mogen de volgende hoofdpunten volstaan:

NAPOLEON BONAPARTE.

1769 geboren.

1779 leerling te Brienne.

1785 2e luitenant.

1793-94 eerste krijgsbedrijven.

1795 De prins stadhouder Willem V verlaat het land. Vestiging der bataafsche republiek. Patriotten, oranjegezinden, revolu

[blocks in formation]

1805 keizer van Frankrijk.

1813 van den troon vervallen verklaard.

Het souvereine volk en het uitvoerend bewind.

[blocks in formation]

1799 Ons land geslingerd tusschen Frankrijk en Engeland.

1801 Onze afhankelijkheid van Frankrijk. Nieuwe staatsregeling.

1802 Vrede van Amiens. Her

leving van welvaart. 1803 Overwicht van Frankrijk op Holland.

1805 Willem V overleden. Schimmelpenninck raadpensionaris.

1806 Lodewijk Napoleon koning van Holland.

1810 Holland bij Frankrijk ingelijfd.

Dat overigens dit stuk een vrij droge lektuur zal zijn, spreekt wel van zelf. Wetten en officieele bescheiden, die hier bij voorkeur in het oorspronkelijke worden vermeld, zullen schering en inslag zijn. Ook dienden ze te worden teruggegeven nu in het hollandsch, dan in het fransch, zooals zij gevonden werden.

In het begin dezer eeuw, 1803, kreeg de boekhandel een nieuwe wet, afgekondigd door de volgende

PUBLICATIE.

Het Staatsbewind der Bataafsche Republiek 1)

doet te weten:

Dat, het Wetgevend Ligchaam van het Bataafsch Gemeenebest, goedgekeurd hebbende de Voordragt, daar toe, aan hetzelve, door het Staats-Bewind, gedaan, is gestatueerd, gelijk wordt gestatueerd bij dezen.

1o. Dat voordaan geene Privilegien of Octrooyen, tot het Drukken en Uitgeven van Boeken, op publiek gezag zullen worden verleend, als strijdende tegen de grondbeginzelen van het Maatschappelijk verdrag, volgens welk ieder een, zonder eenige bijzondere Wet, ten zijnen behoeve, aanspraak heeft op de beveiliging van zijnen regtmatigen Eigendom.

2o. Dat, dienvolgens, wanneer iemand in de Bataafsche Republiek een oorspronkelijk Werk uitgeeft, waar van hij het gewoonlijk alzoo genoemd Regt van Kopy, of bezit, om dat hij zelf daar van de opsteller is, of om niet, of voor Geld, of op

1) De wet van 1803 was voornamelijk het gevolg van een request van den boekverkooper David du Mortier en enkele vakgenooten aan de Eerste kamer van het Vertegenwoordigend Ligchaam des bataafschen volks, van 1 april 1800: „dat er eene voor de geheele Republiek algemeen en gelijk werkende Wet mogt worden vastgesteld tegen het nadrukken, invoeren en verkoopen van boeken en geschriften, welke het eigendom van een ander zijn; zooveel mogelijk op den voet der Publicatie van het Provinciaal Bestuur van Holland van den 8 December 1796, het tweede jaar der Bataafsche Vrijheid."

Na de omwenteling in 1813 werd de fransche wetgeving afgeschaft en de bepalingen der hollandsche wetten gelijk daarbij gemeld wordt bijzonder vervat in de Publicatie van 3 Juny 1803, in den geest der tegenwoordige orde van zaken" op nieuw vastgesteld bij besluit van 24 januari 1814, houdende bepalingen omtrent den Boekhandel en den eigendom van letterkundige Werken (Staatsblad No. 17); terwijl omtrent de vertaling van vreemde werken voorzieningen werden getroffen bij het besluit van 24 januari 1815, houdende loorschriften tot verzekering van het regt van eigendom aan hen, die van Buitenlandsche Werken eene vertaling willen uitgeven (Staatsblad No. 6).

eene andere, mits wettige wijze, bekomen heeft, het zij dat het Werk in ééns, of bij Deelen of Stukken, het zij Jaarlijks, Maandelijks, Weekelijks of Dagelijks, uitkomt, hij daar door, zoo voor zich zelven, als zijne Erven, het Regt heeft of verkrijgt, om dat Werk uittegeven in zoodanig Formaat en op alzulke wijze, als hij zal goedvinden; als zijnde het gemelde Regt van Uitgave een Eigendom, waarop niemand, buiten deszelfs toestemming, wettige aanspraak heeft, en in de uitoefening van welk Regt niemand hem mag benadeelen.

3o. Dat derhalven wel uitdrukkelijk wordt verboden, zoodanig oorspronkelijk Werk, waarvan het Regt der Uitgave het Eigendom is van eenen ander, het zij na te drukken en te verkoopen, het zij, buiten deze Republiek nagedrukt, intevoeren, en te verspreiden of te verkoopen, op poene, dat hij, die eenigerhanden Nadruk van zoodanig Werk zal verspreid of verkocht hebben, zal incurreeren: voor de eerste reize confiscatie van alle, binnen de Republiek, nog voorhanden zijnde ongedebiteerde Exemplaren van den Nadruk, ten profijte van den Eigenaar van den oorspronkelijken Druk, aan wien hij voorts zal moeten betalen, de waarde of het beloop van twee honderd en vijftig Exemplaren van den echten Druk, te berekenen naar den verkoop-prijs; voor de tweede reize, boven en behalve het vorenstaande, eene somma ten bedrage van vijfhonderd Exemplaren van den echten Druk, zullende dezelve komen ter helfte voor de algemeene Armen der Plaats, waar de calange geschiedt, en ter helfte voor den Geregtelijken Aanklager, die de calange zal doen; voor de derde reize, boven en behalven dien, gestraft te worden met Bannissement buiten het Territoir der Bataafsche Republiek.

4o. Dat op dezelfde straffen, als bij Art. 3 zijn bepaald, ook verboden wordt, het verspreiden of verkoopen van eenigerhande Vertaling, Verkorting of Uitbreiding van eenig in deze Republiek, uitgekomen oorspronkelijk Werk, zoo dat deszelfs inhoud, of geheel of voor een groot gedeelte, woordelijk worde overgenomen, ten zij met schriftelijke toestemming van den Eigenaar van hetzelve, onverminderd echter de vrijheid van elk Ingezeten, om, ter verspreiding van algemeen nuttige

kennis in Letterkundige Werken, b.v. Magazijnen, Tijdschriften, Almanachen, of dergelijken, bij wijze van Uittrekzel en Beöordeeling, den aart, summieren inhoud, en waarde der uitkomende Werken, aan het Publiek te doen kennen of mede te deelen, als het welk bij dezen aan een iegelijk vrij en onverlet wordt gelaten.

5o. Dat wanneer iemand eene Vertaling van een, buiten deze Republiek, in het licht gekomen Werk, binnen dezelve uitgeeft, al mede aan elk en een iegelijk, op de straffen, bij Art. 3 gestatueerd, wordt verboden, om eenigerhanden Nadruk van die Vertaling, noch ook binnen de drie eerste jaren na de Uitgaaf derzelve, eene andere Vertaling van hetzelfde Werk, in dezelfde Taal, binnen deze Republiek te debiteeren; zullende het echter aan een ieder, ten allen tijde, vrijstaan, om van hetzelfde Werk eene Vertaling, in andere Talen, uittegeven.

6o. Dat een ieder, welke voorgenomen heeft van eenig Buitenlandsch Werk eene Vertaling, in welke Taal ook, aan het Publiek medetedeelen, gehouden is:

a. Om een Exemplaar van het oorspronkelijk Werk, aan het Gemeente-Bestuur der Plaats, waar hij woonachtig is, te vertoonen, op welks Titelblad, als dan, van wege hetzelve Gemeente-Bestuur, zonder betaling van eenige kosten, schriftelijk zullen moeten geplaatst worden de woorden:

Vertoond door N.N., ter Vertaling in de N.N. Taal, aan het Gemeente-Bestuur van N.N.

In kennisse van mij

N.N.

b. Om zijn voornemen tot de Uitgave eener zoodanige Vertaling, met de bijgevoegde Verklaring, dat het oorspronkelijk Werk, door hem, aan het Gemeente-Bestuur zijner Woonplaats vertoond is, driemaal ten minsten in de Courant van zijne Woonplaats, of wanneer aldaar geene Courant wordt uitgegeven, in die der naastbijgelegene Plaats, te annonceeren, en en voorts in zoodanige andere Couranten, als hij voor zijn belang geraden zal oordeelen. c. Om binnen zes maanden, na de vertooning van het oor

« PreviousContinue »