Page images
PDF
EPUB

In de consulaire verslagen van 1890, vinden wij een aanteekening, waardoor de bepaling van Art. 21 C. W. leven krijgt, dat behoorlijk bewezen handelsgebruiken binnen het ressort van het consulaat van kracht, in handelszaken in aanmerking komen, nl. het volgende bericht:

[ocr errors]

Thans worden alhier de zaken meestal in contanten verhan„deld en daardoor bestaat er om zoo te zeggen geen risico meer, daar de agent bij de aankomst der waar zorg draagt deze te leveren, tegen betaling der factuur. Het gebruik is alhier, dat „de agent orders van zijn clienten opneemt zonder verbinding, „terwijl de client verbonden blijft, waardoor het huis in Europa „vrij is de orders uit te voeren, of te annuleeren, hetgeen een groot voordeel is, want met den tijd, die er verloopt tusschen „de afzending der monsters met prijzen tot het inkomen der ,orders, kunnen verscheidene artikelen veel in prijs varieeren. Engelsche, Duitsche, Belgische en andere huizen handelen alhier „op deze manier en bevinden er zich goed bij. De consul raadt „den Hollandschen huizen sterk aan hetzelfde te doen" 1).

Tripoli is belangrijk om zijn zouthandel en om den handel met de rijke binnenlanden. Het gevaar voor desertie van scheepsvolks is er vrij groot.

1) C. V. 1890. No. 158. Tripoli.

TRIPOLI sloot tijdens zijn onafhankelijkheid tractaten met de volgende staten:

Nederland: 15 December 1703, 6 September 1712, 4 October 1728, 13 September 1816.

Engeland: 18 October 1662, 5 Maart 1675, 1 Mei 1676, 11 October 1694, 19 Juli 1716, 19 September 1751, 29 April 1816, 8 Maart 1818.

Frankrijk: 1681, 29 Juni 1685, 27 Mei 1693, 4 Juli 1720, 9 Juni 1729, 12 December 1774, 12 Februari 1781, 30 Juni 1793, 19 Juni 1801, 11 Augustus 1830.

Italië: Koninkrijk der beide Siciliën. 3 Juni 1741, 29 April 1816, 28 October 1828.

Sardinië: 29 April 1816.

Oostenrijk: 18 April 1726, 27 Januari 1749.

Denemarken: 22 Januari 1752.

Spanje: 10 September 1784.

Vereenigde Staten v. Noord-Amerika: 4 November 1796, 4 Juni

1805.

Portugal: 14 Mei 1799.

Zweden: 15 April 1741.

Men telt niet minder dan 120 tractaten, door de Barbarijsche Regentschappen met de verschillende staten van Europa afgesloten. Bovenstaande overzichtjes bevatten dan ook alleen de voornaamste.

Marocco.

De Italiaansche Staten waren de eerste, die er door hun handel toegebracht werden zich in verbinding te stellen met de beheerschers van Noord-Westelijk Afrika. En wederom ging hier Pisa de overige handelsrepublieken voor. Reeds uit het jaar 1133 is een verdrag bekend van Pisa met den Sultan van Marocco 1). Dit is tegelijk het oudste handelstractaat, door een Christenmogendheid met een Mohammedaanschen staat gesloten; het zou gelden voor 10 jaren. Genua volgde met een verdrag van 11602), gesloten door den consul OTTOBONE met den beheerscher van Maghreb 3) ABDUL-MUMEN. Ook van den koning van Arragoniën wordt bericht, dat hij in 1274 een verdrag met den vorst van Marocco sloot, hetgeen echter meer bepalingen van politieken aard dan wel regeling van handelsbelangen inhield *).

Wanneer men hier nog bijvoegt een tractaat van 9 April 13585), gesloten tusschen Pisa aan de eene, en Marocco, Algiers en Tripoli aan de andere zijde, heeft men ongeveer alles wat voorafgegaan was, aan ons tractaat: „ghemaeckt tusschen den „Ambassadeur en den Agent des Coninghs van Marocus en de

I) DE MAS LATRIE. Traités avec les Arabes. Documents p. 22.

2) DE MAS LATRIE. t. a. p. p. 108.

3) Naam, die de Mohammedanen aan het geheele Noordwesten van Afrika geven. 4) MARTENS. Das Consularwesen im Orient. ed. SKERST. p. 145.

5) de Mas LATRIE. t. a. p. p. 66.

„gecommitteerden van de Ho: Mo: Heeren Staten Generaal. In ,dato den 24 December 1610 ')."

Althans andere stukken zijn niet gepubliceerd, hoewel het wel waarschijnlijk is, dat onder anderen Marseille nog in verbinding gestaan heeft met Marocco, aangezien een statuut van 1255 de wijze bepaalt, waarop aldaar consuls benoemd zullen worden 2). De geheele geschiedenis der handelsbetrekkingen tusschen de Zuid-Fransche steden en de Barbarijsche staten ligt echter nog in het duister.

Men kan dus veilig aan de Vereenigde Provinciën de eer toekennen de andere Europeesche natiën er in te zijn voorgegaan om met een land, dat nog in den tegenwoordigen tijd door zijn politische woelingen, zijn fanatisme en rechtsonzekerheid den internationalen handel bijna onoverkomelijke bezwaren 3) in den weg legt, betrekkingen aan te knoopen. De energie en het initiatief onzer voorvaderen winnen nog, wanneer men bedenkt, dat dit gebeurde in een tijd, toen zij nog nauwlijks eenige gelegenheid hadden gehad adem te scheppen in hunnen moeilijken oorlog tegen Spanje. De reden van onze onderhandelingen met dit Arabische rijk lag voorzeker daarin, dat de weg naar Indië toenmaals langs deze kusten voerde.

In de Leidsche bibliotheek vond ik een origineel en een afschrift van een brief van Prins MAURITS VAN NASSAU in het Arabisch, dat mij schijnt te zijn het prototype van de latere, zoogenaamde Turksche passen. Hier volgt de vertaling van het stuk, dat gedateerd is den 29en Dhulka‍da 1008, dat is Juni 1600 *).

1) Groot Placaetboek. II. p. 2261.

2) DE MAS LATRIE. t. a. p. p. 88—90.

3) Nog versch ligt in het geheugen het afloopen van het Nederlandsche zeilschip de „Anna" door de Rifpiraten, op Zondag den 28en April 1895 's namiddags te half drie ure, in het gezicht van de Spaansche vesting Alhucemas. De heer E. SMIDT hield over dit feit een interpellatie in de tweede kamer. (Bijblad 1894-95. IIe kamer. p. 1204, 1224-1228. Ie kamer. p. 384). Ook schepen van andere landen zijn in 1894 door de zeeschuimers onder handen genomen; terwijl einde Maart 1899 de Duitsche kruiser, „Bussard" op de reede van Tanger verscheen, tot ondersteuning van Duitschland's eischen, die hun oorsprong vonden in de onveiligheid van het binnenland.

4) Vlg. Catalogus Cod. Arab. Bibl. Ac. Lugd.-Bat. Ed. secunda. Dl. I, p. 203.

Van Maurits,

Prins van Oranje, graaf van Nassau, Katzenellenbogen, Dietz, Markies van Veere en Vlissingen, Heer van de provincie Gelria, Hollandia, Zeelandia, Zutphen, en West-Frisia, en

Overijsel, aan alle heerscheren, koningen, grooten, vorsten, bestuurderen der steden en der landen, vrede en zegen van God.

Nademaal wij gedacht hebben, dat het niet alleen goed is, maar nuttig is voor ons bestuur, dat wij niet alleen vriendschap en vrede bewaren met onze buren, maar wij ook vriendschap en accoord maken zooveel in ons vermogen staat met vreemde volken, en verwijderde stammen, en omdat het volk van ons land door natuurlijke beweegredenen verlangend is, dat zij uit hun land trekken en verwijderde landen zien, hebben wij goedgevonden, toen wij overtuigd waren van hun verlangen, en hunne hevige begeerte, dat wij hun geven een document, waarin wij zullen maken en instandhouden een verbond en onderlinge overeenkomst met de bewoners aldaar, en om deze reden, doen wij met allen eerbied voor de rechthebbenden weten aan alle heerscheren en groote koningen, edelen en prinsen, vorsten en bestuurderen der steden, dat wij bewogen zijn om deze reden en om het verzoek van onzen edelen vriend JACOB NEK, den drager van dezen brief, admiraal over onze zes schepen; wij hebben hem volkomen macht gegeven, opdat hij vare en reize, met al de schepen naar de eilanden en de kusten van Oost-Indie, en naar goedvinden der regenten heen en weder zal trekken en reizen ter wille van koopmanszaken met de bewoners aldaar, opdat hij koope peper, nagelen, foelie en andere kruiden, en dat het hem zal vergund zijn, koopwaren in zijn schip te laden en deze zal voeren van alle oorden naar ons land, en naar andere havens en die verkoopen en daarmede handel drijven naar de lust van zijn hart.

Vervolgens wenschen wij, dat hij zal vertoonen en te gemoet voeren van onzen kant aan alle heerscheren en groote koningen, edelen, prinsen, vorsten en bestuurderen der steden, liefde en vriendschap, broederschap en gunst, en hun zal beloven, dat van onzen kant ook voor hen openstaat om te ankeren en te gaan in al onze landen, havens, en steden, zoo dikwijls zij begeeren hierheen te reizen, gelijk wij ook beloven, verzekeren en vaststellen door dezen brief; en daarom verzoeken wij en vragen wij van de overigen van hen en van allen, naar wier havens onze kapitein gaat en naar wier landen, dat zij hem niet alleen ontvangen met alle vriendschap en gunst, maar ook hem goed steunen en helpen, zoodat hij kan vervullen zijn voortreffelijk en lofwaardig voornemen, waarmede hij zich bezighoudt, en wanneer het gebeurt, dat eenigen van hun land hierheen reizen en hunne schepen ankeren in onze

« PreviousContinue »