Page images
PDF
EPUB
[ocr errors]

SIV.

Van de wegzending van kweekelingen, bij gebrek: der betaling van de helft, of van een vierde van het kostgeld.

11. In gevalle het kostgeld van een kweekeling, die op geene geheele beurs studeert, door de ouders niet voldaan wordt, na dat zij de betaling daarvan aangenomen hebben, zal de provisor alle geschikte maatregeien nemen, en zelfs den weg van regten inslaan, om de betaling daarvan te verwerven; ten welken einde hif zich tot den keizerlijken procureur vervoegen zal, op dat zij zonder kosten aan de kamer van den raad volge, even als voor domeinzaken.

12. Na verloop van een jaar respijt, zal hij daarvan berigt aan den rector geven, die daarvan aan den grootmeester verslag zal doen.

13. De kweekeling zal aan zijne familie terug gezonden worden, welke de provisor inmiddels wegens de betaling der vervallene kwartalen zal kunnen actioneren.

14. Zoo de grootmeester het dienstig acht, zal hij ons om het verzenden van den kweekeling naar eene school van kunsten en handwerken kunnen verzoeken. ?

S V.

Verschillende bepalingen.

15. De kinderen van personen, in den publieken dienst gebruikt, die beurzen verkregen hebben, we ke niet vol zijn, en wier ouders buiten staat gekend wor den, om het deel, dat ten hunnen laste gebleven is, op te brengen, zullen toegelaten kunnen worden, om, met de kost- en dagleerlingen, naar de stedelijke beurzen te dingen.

16. Er zal ons jaarlijks verslag worden gedaan van de wegzendingen, tot welke de grootmeester der universiteit zal hebben moeten vonnissen.

17. Onze grootregter minister van justitie, en onze minister van binnenlandsche zaken, worden tot uitvoe ring van het tegenwoordige decreet gelast.

G

[ocr errors]

DéCRET IMPERIAL du 25 Février 1810, portant que l'édit de Louis XIV sur la déclara· tion du clergé de France, de 1682, sera regardé comme loi générale de l'empire.

[ocr errors]

4

NAPOLÉON, Empereur des Français, Roi

d'Italie et Protecteur de la Confédération du Rhin; Vu l'article 14 de l'acte des constitutions de l'empire, du 17 du présent mois,

Nous avons décrété et décrétons ce qui suit : L'édit de Louis XIV sur la déclaration faite par le clergé de France, de ses sentimens touchant la puissance ecclésiastique, donné au mois de Mars 1682, et enregistré en parlement, le 23 desdits mois et an, est déclaré loi générale de notre empire;

Duquel édit la teneur suit:

Louis, par la grâce de Dieu, roi de France et de Navarre, à tous présens et à venir, Salut! Bien que l'indépendance de notre couronne de toute autre puissance que de Dieu, soit une vérité certaine et incontestable, et établie sur les propres paroles de Jésus-Christ, nous n'avons pas laissé de recevoir avec plaisir la déclaration que les députés du clergé de France, assemblés par notre permission en notre bonne ville de Paris, nous ont présentée, contenant leurs sentimens touchant la puissance ecclésiastique; et nous avons d'autant plus volontiers écouté la supplication que lesdits députés nous ont faite de faire publier cette déclaration dans notre royaume, qu'étant faite par une assemblée composée de tant de personnes également recommandables par leur vertu et par leur doctrine, et qui s'emploient avec tant de zèle à tout ce qui peut être avantageux à l'église et à notre service, la

KEIZERLIJK DECREET, van den 25 Februa rij 1810, houdende, dat het edict van Lodewijk XIV van 1682, nopens de verklaring der Fran sche geestelijkheid, als eene algemeene wet des keizerrijks zal worden aangemerkt.

NAPOLEON, Keizer der Franschen, Koning van

Italie, en Beschermer van het Rijnverbond;

Gezien artikel 14 der constitutionele acte van het keizerrijk, van den 17 der tegenwoordige maand; Hebben wij besloten, en besluiten wij, als volgt: Het edict, dat Lodewijk XIV, nopens de verklaring der Fransche geestelijkheid van hare gevoelens aangaande de kerkelijke magt, in de maand Maart van 1682 gegeven heeft, en dat den 23 der gezegde maand van het gezegde jaar, bij het parlement geregistreerd is, wordt voor eene algemeene wet van ons keizerrijk verklaard;

Welk edict van den volgenden inhoud is;

[ocr errors]

LODEWIJK, bij de gratie Gods, koning van Frankrijk en Navarre, aan alle tegenwoordigen en toekomenden, salut! Schoon de onafhankelijkheid, onzer kroon van alle andere magt dan van God, eene zekere en onbetwistbare waarheid, en op de eigene woorden van Jezus Christus gevestigd is, hebben wij niettemin met genoegen de verklaring ontvangen, die de afgevaardigden der Fransche geestelijkheid, met ons verlof in onze goede stad Parijs vergaderd, ons aangeboden heb. ben, en die hunne gevoelens nopens de kerkelijke magt behelst en wij hebben de bede, welke de gezegde afgevaardigden ons gedaan hebben, om die verklaring in ons koningrijk te doen publiceren, des te gewilliger verhoord, daar deze bede door eene vergadering van zoo vele personen, die zich door hunne deugd en door hunne leer gelijkelijk aanbevelen, en die zich met zoo vec ijver op al, wat voor de kerk en onzen dienst voordeelig zijn kan, toeleggen, gedaan is, en de wijsheid en gematigdheid, waarmede zij de gevoelens, die men nopens dit onderwerp hebben moet, geuit hebben, veel toebrengen kan, om onze onderdanen bij den cer

sagesse et la modération avec laquelle ils ont expliqué les sentimens que l'on doit avoir sur ce sujet, peut beaucoup contribuer à confirmer nos sujets dans le respect qu'ils sont tenus,

comme

nous, de rendre à l'autorité que Dieu a donnée à l'église, et à ôter en même temps aux ministres de la religion prétendue réformée le prétexte qu'ils prennent des livres de quelques auteurs, pour rendre odieuse la puissance légitime du chef visible de l'église, et du centre de l'unité ecclésiastique: A CES CAUSES, et autres bonnes et grandes considérations, à ce nous mouvant, après avoir fait examiner ladite déclaration en notre conseil, Nous, par notre présent édit perpétuel et irrévocable, avons dit, statué et ordonné, disons, statuons et ordonnons, voulons et nous plaît, que ladite déclaration des sentimens du clergé sur la puissance ecclésiastique, ci-attachée sous le contre-scel de notre chancellerie, soit enregistrée dans toutes nos cours de parlement, bailliages, sénéchaussées, universités et facultés de théologie et de droit canon de notre royaume, pays, terres et seigneuries de notre obéissance.'

Article 1er. Défendons à tous nos sujets et aux étrangers étant dans notre royaume, séculiers et réguliers, de quelqué ordre, congrégation et société qu'ils soient, d'enseigner dans leurs maisons, collèges et séminaires, ou d'écrire aucune chose contraire à la doctrine contenue en icelle.

[ocr errors]

2. Ordonnons, que ceux qui seront dorénavant choisis pour enseigner la théologie dans tous les collèges de chaque université, soit qu'ils soient séculiers ou réguliers, souscriront ladite déclaration aux greffes des facultés de théologie, avant de pouvoir faire cette fonction dans les collèges ou maisons séculières et régulières; qu'ils se soumettront à enseigner la doctrine qui y est expliquée, et que les syndics des facultés de théologie présenteront aux Ordinaires des lieux, et à nos procureurs-généraux, des copies desdites soumissions, signées par les greffiers desdites facultés.

bied te houden, dien zij, even als wij, aan de magt, welke God aan de kerk verleend heeft, behooren toe te dragen, en om te gelijk aan de leeraars van den zoogenoemd hervormden godsdienst het voorwendsel te benemen, dat zij uit de boeken van eenige schrijvers ontleenen, om de wettige magt van het zigtbaar hoofd der kerk, en van het middelpunt der kerkelijke eenheid, hatelijk te maken: OM DEZE REDENEN, en andere goede en gewigtige bedenkingen, ons daartoe bewe gende, na de gezegde verklaring in onzen raad te hebben doen onderzoeken, hebben wij, door ons tegenwoordig eeuwig en onherroepelijk edict, gezegd, vast gesteld, en bevolen, en zeggen wij, stellen wij vast, en bevelen wij, willen wij en behaagt het ons, dat de gezegde verklaring van de gevoelens der geestelijkheid nopens de kerkelijke magt, onder het contra-zegel van onze kanselarij hier bijgevoegd, geregistreerd worde bij al onze parlementshoven, baljuwschappen, senechausseën, universiteiten, en faculteiten van godgeleerdheid en kanoniek regt, in ons koningrijk, en de gewes ten, landen, en heerlijkheden, die ons onderworpen zijn,

Artikel 1. Wij verbieden aan al onze onderdanen, en aan de vreemdelingen, die zich in ons koningrijk bevinden, wereldlijke en geestelijke, van welke orde congregatie en genootschap zij ook zijn mogen, iets, dat tegen de leer, in deze vervat, strijdig is, te leer. aren, of te schrijven.

2. Wij bevelen, dat al de genen, die voortaan bij de onderscheiden collegien van elke universiteit gekozen zullen worden, om de godgeleerdheid te onderwijzen, de gezegde verklaring op de griffien der godgeleerde faculteiten onderschrijven zullen, voor en aleer zij dat onderwijs in de wereldlijke en kerkelijke colle gien of huizen zullen mogen geven; dat zij zich ver binden zullen, om de leer, die daarin vervat is, te leeraren, en dat de sijndicussen der godgeleerde facul teiten aan de bisschoppen of aartsbisschoppen van elke plaats, en aan onze procureurs-generaal, kopijen der gezegde verbintenissen, door de griffiers der gezegde faculteiten geteekend, zullen doen toekomen.

« PreviousContinue »