Page images
PDF
EPUB

drie in getal zijn; te weten: 1. Titularissen, 2°. Of ficieren der universiteit, 3°. Officieren der Akademiën.

33. Aan deze titels zullen verknocht zijn: 1°. pensioenen, die door den grootmeester gegeven zullen worden; 29. eene decoratie, die bestaan zat in eenen dubbelen palmtak, op de linkerborst geborduurdy Deze decoratie zal voor de titularissen van goud geborduurd worden, voor de officieren der universiteit van zilver, en voor de officieren der akademiën van blaauwe en en witte zijde.

34. Titularissen der keizerlijke universiteit zullen zijn die hier in orde volgen:

1o. De grootmeester

20. De kanselier

3. De trezorier

4. De vaste raden

der universiteit.

35. De gewone raden der universiteit, de inspecteurs der universiteit, de rectoren en inspecteurs der akademiën, en de dekens en professoren der faculteiten, zullen ambtshalve officieren der universiteit zijn.

De titel van officier der universiteit zal door den grootmeester ook toegestaan kunnen worden aan de provisoren en censoren, en aan de professoren van de twee eerste klassen der liceen, die zich door hunne talenten en diensten het meeste aanbevelen.

36. De provisoren en censoren, en de professoren van de twee eerste klassen der lijceën, benevens de oppersten der collegien, zullen ambtshalve officieren der akademiën zijn,

De titel van officieren der akademiën zal door den grootmeester ook aan de andere professoren der lijceën toegestaan kunnen worden, even als aan de regenten der collegiën, en aan de hoofden der instituten, ingevalle deze verschillende beambten zich die onderschei ding door uitstekende verdiensten waardig maken mogten.

37. De professoren en adjunct-professoren der l ceën, de regenten der collegien, en de hoofden der instituten, die de voorgemelde titels niet hebben, zul. len, even als de kostschoolhouders en de leermeesters, den enkelen titel van universiteitsleden dragen,

..

TITRE V.

Des bases de l'enseignement dans les écoles de
l'université.

38. Toutes les écoles de l'université impériale prendront pour base de leur enseignement:

i Les préceptés de la religion catholique (*);

20. La fidélité à l'Empereur, à la monarchie impériale, dépositaire du bonheur des peuples, et à la dynastie Napoléonienne, conservatrice de l'unité de la France et de toutes les idées liberales proclamées par les constitutions.

3°: L'obéissance aux statuts du corps enseignant qui ont pour objet l'uniformité de l'instruction et qui tendent à former pour l'état des citoyens attachés à leur religion, à leur prince, à leur patrie et à leur famille.

4. Tous les professeurs de théologie seront tenus de se conformer aux dispositions de l'édit de 1682

(*) L'Almanach des Protestans de l'empire Français pour l'an 1810 contient à ce sujet la correspondance suivante :

LETTRE de M. Chabrand, président du consistoire de la Haut-Garonne à Toulouse, à son Excellence le grand-mattre de l'université impériale.

Toulouse, le 13 Novembre 1808.

MONSEIGNEUR, Plusieurs pères de famille protestans de ce departement, désirant faire entrer leurs enfans comme pension. naires dans le lycée de Toulouse, m'ont demandé comment il fal lait entendre l'art 38, titre V du décret impérial du 17 Mars 1808, portant organisation de l'université. Cet article est conçu en ces termes : Toutes les écoles de l'université impériale prendront pour base de leur enseignement, 1°. les préceptes de la religion catholique; 2°. etc."

[ocr errors]

Persuade, comme je suis que S. M. n'a pas voulu ordonner, qu'on n'y enseignât exclusivement que les préceptes de la commu nion romaine, j'ai cru devoir leur répondre, que par les mots de religion catholique il fallait entendre la religion chrétienne qui, dans son universalité, embrasse en effet toutes les sociétés religieuses qui se réclament du nom de Jesus-Christ. Cependant, comme je ne dois pas m'en tenir à mon opinion, d'autant moins que j'ai re marqué là-dessus beaucoup de diversité dans celle des autres, je prends la liberté, Monseigneur, de vous exposer mes doutes, espérant de votre bonté, que vous voudrez bien les dissiper par

[ocr errors]
[blocks in formation]

Over de grondslagen van het onderwijs in de
scholen der universiteit.

38. Al de scholen der keizerlijke universiteit zullen ten grondslage van hun onderwijs leggen:

1. De voorschriften van den katholieken godsdienst (*).

2°. Getrouwheid aan den keizer, aan de keizerlijke monarchie, als de bron van het geluk der volken, en aan de dijnastie der Napoleons, als bewaarster van de eenheid van Frankrijk, en van al de liberale denkbeelden, die in de constitutionele wetten begrepen zijn.

30. Gehoorzaamheid aan de instellingen van het onderwijzend ligchaam, uitloopende op eenvormigheid in, het onderwijs, en strekkende om voor den staat burgers te vormen, die aan hunnen godsdienst, hunnen. vorst, hun vaderland, en hunne naastbestaanden verkleefd zijn.

4o. Al de professoren in de godgeleerdheid zullen gehouden zijn, om zich te gedragen naar de bepalingen

(*) De Almanak der Protestanten van het Fransche keizèrrijk voor 1810 bevat hieromtrent de volgende briefwisseling :

BRIEF yan den heer Chabrand, president van het consistorie der Opper-Garonne te Toulouse, aan zijne Excellentie den grootmeester der keizerlijke universiteit.

Toulouse den 13 November 1808.

MONSEIGNEUR! Verscheidene protestantsche huisvaders van dit departement, hunne kinderen als kostgangers in her lijceë van Toulouse wenschende, te doen treden, hebben mij gevraagd, hoe men artikel 38, titel V van het keizerlijk decreet van den 17 Maart 1808 wegens de organisatie der universiteit, opvatten moest. Dat artikel is vervat in deze bewoordingen:,, Al de scholen der keizerlijke universiteit zullen ten gronslage van hun onderwijs. ,, leggen, 1o, de voorschriften van den katholieken godsdienst; 2o. enz.

دو

[ocr errors]

Overtuigd, gelijk ik ben, dat Zijne Majesteit niet heeft willen bevelen, dat men er bij uitsluiting enkel de voorschriften van bet roomschgezinde kerkgenootschap leerde, heb ik hun gemeend te moeten antwoorden, dat men door de woorden van katholieken godsdienst den christelijken godsdienst te verstaan had, welke in zijnen algemeenen omvang werkelijk al de kerkgenootschappen he grijpt, welke zich naar Jesus Christus noemen. Daar ik mij inmiddels hieromtrent niet aan mijn begrip houden, en mij zoo veel te minder op hetzelve verlaten moet, omdat ik anderen daarvan grootelijks heb zien verschillen, neem ik de vrijheid, om mijne

concernant les quatre propositions contenues en la déclaration du clergé de France de ladite année (*);

[blocks in formation]

Des obligations que contractent les membres
de l'université.

39. Aux termes de l'article 2 de la loi du 1o Mai 1806, les membres de l'université impériale lors de leur installation contracteront par serment les obli

une instruction qui me servira de règle, ainsi qu'à tous les fidèles de l'église consistoriale que je préfide, Je pense même, qu'une décision on explication de votre part mettrait certainement à l'aise et exciterait la reconnaissaince de tous les protestans de l'empire.

[ocr errors]

Dans l'espérance, que vous daignerez m'honorer d'une réponse j'ai l'honneur d'être avec le plus profond respect,

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small]

Le président du corps-législatif, grand maître de l'université, à M. Chabrand, président du consistoire de la Haute-Ga

[blocks in formation]

Je vous remercie, MONSIEUR, d'avoir rassuré les protestans de votre département sur l'interprétation de l'article du décret sur l'organisation de l'université, qui avait alarmé leur conscience! Les hommes éclairés comme vous, Monsieur, et qui savent apprécier les vues bienfaisantes d'un gouvernement paternel, ne se trompent jamais, quand ils doivent interpréter ses volontés. Agréez, Monsieur, les assurances de ma considération, distin guée. FONTANES.

(signé)

() L'Édit, dont il s'agit ici, a ensuite été confirmé spéciale. ment par un décrét impérial du 25 Février 1810, qui occupe dans. ce recueil la place que sa date indique. Cependant il n'est guè res besoin de faire observer, que l'obligation de s'y conformer ne peut nullement regarder les professeurs de théologie non-catholiques, et cela d'autant moins que le décret ci-dessus sur l'organisation de l'université, article & établit même en faveur de la religion rẻ. formée des facultés particulières.

A

van het edict van 1682 rakende de vier voorstellen be grepen in de verklaring der Fransche. geestelijkheid van het gezegde jaar (*),

[merged small][ocr errors]

Over de verbintenissen, welke de leden der
universiteit aangaan.

39. Volgens artikel 2 der wet van den 10 Mei 1896 zullen de leden der keizerlijke universiteit, bij hunne installatie, die bijzondere en tijdelijke verbintenissen.

twijfeling voor u, Monseigneur, open te leggen, van uwe goed. heid verhopende, dat gij dezelve wel zult willen wegnemen door een onderrigt, dat mij en al de leden der consistoriale kerk, waarvan ik president ben, ten regel zal verstrekken. Mij dunkt zelfs, dat eene uitwijzing of opheldering van uwent wege aan al de protestanten des keizerrijks eene opgeruimdheid geven, en hen met dankbaarheid bezielen zou.

In de hoop, dat gij mij wel met eenig antwoord zult willen vereeren, heb ik de eer, om met den diepsten eerbied te zijn, Uwer Excellenties, Zeer onderdanige en zeer gehoorzame dienaar

(geteekend)

CHABRAND.

ANTWOORD van Zijne Excellentic den grootmeester

der universiteit.

Parijs, den 26 Januarij 1809.

De president van het wetgevend ligchaam, grootmeester universiteit, aan den beer Chabrand, president van het con. sistorie van de Opper-Garonne.

Ik bedank u. MIJNHEER! daarvoor, dat gij de protestanten van uw departement gerust hebt gesteld, wegens het artikel van her decreet nopens de organisatie der universiteit, dat hun geweten had verontrust. Verlichte mannen, zoo als gij, Mijnheer, die de weldadige oogmerken van een vaderlijk gouvernement weten te schatten, bedriegen zich nooit, als zij deszelfs wil moeten ver klaren.

Wil, Mijnheer, de verzekering van mijne hoogachting aan nemen.

(geteekend)

FONTANES.

(*) Het hier aangehaalde edict is vervolgens bijzonderlijk bevestigd geworden door een keizerisk decreet van den 25 Februarij 1810, hetwelk in deze verzameling de plaats beslaat die deszelfs dagteekening aanwijst. Intusschen is het naauwelijks noodig te doen opmerken, dat de verpligting, om zich daarnaar te gedragen, geenszins de onroomsche professoren in de godgeleerdheid aan gaat, en zulks te minder daar zelfs het bovenstaande decreet be treffende de organisatie der universiteit, artikel 8, bijzondere facul teiten ten behoeve van den gereformeerden godsdienst instelt.

« PreviousContinue »