Page images
PDF
EPUB

ses actes et mémoires sous le titre de Mittheilungen der antiq rischen gesellschaft in Zurich. 2 volumes in-4°, accompagne planches parfaitement exécutées; 1841 et 1844, Zurich, chez et Zeller. Les publications de cette savante compagnie so la plus haute importance. Il n'y a certainement pas de archéologique dont les travaux soient plus dignes d'attirer tion publique.

20. M. Gérold de Meyer de Knonau, membre corresp directeur des archives publiques de Zurich, fait hommage démie de la topographie qu'il a publiée du canton de Zuri le titre de Der canton Zürich, historisch-geographischgeschildert von den ältesten Zeiten bis auf die gegenwe vol. in-8°; 2de édition, revue et augmentée; 1844 et Gall et Berne, imprimerie de Huber et compagnie. M. de auteur de plusieurs ouvrages géographiques et statis la Suisse, qui sont fort estimés. Il est généralement rega le premier connaisseur de la statistique suisse. Ce sav a spécialement voué ses veilles au canton de Zurich, lieu natal. Une grande partie du premier volume nous avons sous les yeux, traite des antiquités qui e

ce canton.

21. M. Félix van Hulst, membre correspondant: hommage à l'Académie de son ouvrage intitulé : Le R: à Mayence, ses châteaux, ses ruines, ses coteaux, et 1 gros volume in-8°; 1847, Liége, imprimerie de 1 C'est un ouvrage remarquable, parfaitement écrit, pi nirs historiques et destiné à toutes les classes de leele pourrait manquer de placer M. Van Hulst au rang écrivains, si déjà depuis long-temps sa réputation par plusieurs autres productions littéraires d'un gre

22. Le même fait hommage à l'Académie de trois brochures très-intéressantes, qu'il a publi titre de Ch. de Langhe (Carolus Langius) et I (Lavinus Torrentius). In-8°; 1

[graphic]
[ocr errors][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][ocr errors][ocr errors][merged small][merged small][merged small]
[blocks in formation]

BLUNTSCHLI (le docteur J. G.), conseiller d'état, professeur à l'Université

de Zurich, etc.

ETTMULLER (le docteur L.), professeur de littérature allemande à l'Université de Zurich, etc.

HORNER (JACQUES), conservateur de la bibliothèque publique de Zurich, etc. MEYER DE KNONAU (GÉROLD DE), inspecteur des archives de l'état, à Zurich, etc. MEYER-OCHSNER (le docteur), numismate, auteur de plusieurs mémoires sur l'histoire monétaire de Zurich, etc.

VÖGELIN (SALOMON), professeur de littérature grecque, bibliothécaire de la Société des Antiquaires de Zurich, etc.

Membres Honoraires :

DEVROYE (T. J.), chanoine de la cathédrale de Liége, etc.

KELLER (FERDINAND), président de la Société des Antiquaires de Zurich, etc.

[blocks in formation]

Het Roode-klooster, in Zoniën-bosch.

De Nelis. Jan Gilemans. De Bene

[ocr errors]

Deszelfs boekery. De bisschop dictynen van St-Maur. — Audi filia. - Almedor del Campo. -Sanche Carille. Don Louis Fernandez de Cordua. Davila. Jan van Thienen, priester. Frater Guillelmus de Gouthouuen, minderbroeder. Verschillende kapittelen van Hore Dochter. — Christelyke gedichten: te Meetenen, te Priemen, te Tertien, te Sexten, te Noenen, te Vesperen, te Completen. Andere gedichten. — Uckel,

[ocr errors]

[ocr errors]
[ocr errors]

Aenslag op zyn
Wyding

een dorp by Brussel. - Deszelfs kerk. Paus Leo de III. leven. Pascal en Campulus. Karel-de-Groote. Paderborn. der kerke van Uckel. Merkweerdigen akt. Jan Van den Hoven, Gilys Van den Steene, Gheert Van Nekersgat, Gilys Conraets. De kerk van Nyvel Nawoord aen myn vriend

[ocr errors]
[ocr errors]

Eenige woorden over den akt.

en die van Aken.
Ph. J. Van Meerbeeck.

[ocr errors]

VOORWOORD.

Ik had al maenden en maenden in de Burgundische bibliotheek doorgebragt, toen het er my eindelyk begon te vervelen. Moede geworden van steeds geneeskundige handschriften te doorbladeren, besloot ik van die drooge en weinig opleverende navorschingen

25

IV

15

aftezien en mynen geest te verlustigen met opzoekingen van eenen anderen aerd.

Ik vatte dan andere handschriften aen, en onder hen vond ik een oud, droog, verwelkt boekje. Men zou gezegd hebben dat het zich schaemde over zynen inhoud, zoodanig had het zyne gele en kletterende blaedjes tusschen zyne met leder bekleedde berderen ingesloten.

Met nieuwsgierigheid sloeg ik dat boekje open.

De eerste regels welke ik er in las wekten myne aendacht op. De schryver er van moest veel geleden hebben, want hy kende de wereld. Zyne raedgevingen, welke uit een hart zoo zuiver als dat der engelen vloeidden, zyne rouwklagten, zyne ondervinding zoo duer betaeld in de aenraking der wereldsche zaken, dit alles maekte myn medegevoel gaende.

En ik las al verder.

Hier trof ik van die lieve, ongekunstelde gedichtjens aen, gelyk onze voorouders ze zoo natuerlyk konden heenschryven. Verder gebeden zoo hartelyk als gevoelvol. Verder nog gezangen, welke in myne ooren weêrgalmden als de heilige chooren door de leviten, te midden der ten hemel stygende wierookwolken, opgezongen.

Overal, in een woord, ontwaerdde ik een zoo treffenden en zielroerenden toon, dat ik het boekje uitgelezen had voor al eer ik er van bewust was.

Eindelyk trof ik den akt aen Calevoet betreffende. Dit deed my een besluit nemen. Ik vroeg het handschrift in leen aen myn goede, oude vriend, de heer ridder Marchal, welke het my met zyne gewoone welwillendheid toevertrouwde. Maer, lezer lief, gaet dit toch niet aen Mynheer De Reiffenberg vertellen, want ik ben van diegene niet welke de gunst van den prêt au dehors genieten, en zonder twyfel zou men aen den heer Marchal verbieden zoodanige welwillendheid in het vervolg nog te toonen aen een simpele, vergetene werker, zonder tytels of zonder voorspraek.

Kortom, ik bezat het kleine boekje, ik verborg het in myn boezem, en ik liep er mede naer huis gelyk een dief welke eenen schat ontvoerd.

« PreviousContinue »