Page images
PDF
EPUB

van het Wetboek van Strafregt) is mede toepasselijk bij eerste of latere overtredingen van politie, in het Wetboek van Strafregt voorzien, met die uitbreiding, dat de toepassing der daartegen bedreigde gevangenisstraf in geen geval meer verpligtend is. 466. Les amendes pour contravention paurront être prononcées depuis 1 fr. jusqu'à 15 fr. inclusivement, selon les distinctions et classes ci-après spécifiées, et seront appliquées au profit de la commune où la contravention aura été commise.

467. La contrainte par corps a lieu pour le paiement de l'amende.

Néanmoins le condamné ne pourra être, pour cet objet, détenu plus de quinze jours, s'il justifie de son insolvabilité.

466. De geldboeten wegens de overtreding zullen gewezen mogen worden van een lot vijftien franken [f 0,50 tot ƒ 7,50] ingesloten, naar de onderscheidingen en soortverdeelingen, hierna in het bijzonder uitgedrukt, en zullen aangewend worden ten bate van de gemeente waar de overtreding begaan. zal zijn. (Sv. 254; Stb. 1851 n°. 85, a. 164.) a)

467. Ter betaling van de boete, zal er aantasting van persoon plaats hebben.

Echter zal de veroordeelde, uit dezen hoofde, niet langer dan veertien dagen vastgehouden worden, zoo hij van zijn onvermogen tot betalen blijken doet. April 1864 (Stb. n°. 29) en de verdere

Zie artt. 1 en 8 der Wel van 22 hierboven, onder art. 52, aangehaalde wetsbepalingen. 468. En cas d'insuffisance des biens, les restitutions et les indemnités dues à la partie lésée sont préférées à l'amende.

468. In geval van ongenoegzaamheid der goederen, zullen de teruggaven en schadeloosstellingen aan de verkorte partij verschuldigd, vóór de boete gaan. (Sr. 54.) b)

Artt. 1 en 8 der Wet van 22 April 1864 (Stb. n°. 29). Zie onder art. 52. 469. Les restitutions, indemnités et frais entraîneront la contrainte par corps; et le condamné gardera prison jusqu'à parfait paiement; néanmoins si ces condamnations sont prononcées au profit de l'Etat, les condamnés [condamnées] pourront jouir de la faculté accordée par l'article 467, dans le cas d'insolvabilité prévu par cet article.

469. De teruggaven, schadeloosstellingen en kosten zullen de aantasting van persoon met zich brengen, en de veroordeelde zal gevangenis houden tot de volkomene betaling toe. In geval echter deze veroordeelingen gewezen zijn ten bate van den Staat, zullen de veroordeelden genot mogen hebben van de vergunning bij artikel 467 verleend, in het geval van onvermogen bij hetzelve gemeld. (Sv. 231, 233, 253 n°. 4 j°. R. O. 44 d.; Sv. 375; Rv. 591.) Wet van 31 December 1875 (Stb. n. 255), tot toepasselijk-verklaring van art. 55 van het Wetboek van Strafregt, voor zooveel de aansprakelijkheid

jours, et de cinq années au plus; sauf les cas de récidive ou autres où la loi aura déterminé d'autres limites.

La peine à un jour d'emprisonnement est de vingt-quatre heures;

Celle à un mois est de trente jours.

a) Art. 254 Wetb. v. Strafv. Wanneer in policie. zaken de wet of andere openbare verordening geene zwaardere straf op de overtreding heeft gesteld dan eene enkele geldboete, zal de beklaagde de regtsvervolging kunnen voorkomen door vrijwillig het maximum van die boete te betalen, met de kosten indien hij reeds was gedagvaard.

In dat geval zal de boete aan den bevoegden ont

vanger niet anders kunnen worden voldaan dan op schriftelijke magtiging van het openbaar ministerie, door den kantonregter voor gezien geteekend, aan hetwelk de quitantie van den ontvanger door deu beklaagde zal moeten worden overgebragt, binnen den tijd door het openbaar ministerie te bepalen.

Art. 164 der Gemeentewet. De opbrengst der geldboete en verbeurd verklaring komt ten voordeele der gemeente.

b) Art. 54 Code Pénal. En cas de concurrence de l'amende ou de la confiscation avec les restitutions et les dommages-intérêts, sur les biens insuffisants du condamné, ces dernières condamnations obtiendront la préférence.

voor de geregtskosten betreft, op hen, die wegens ééne en dezelfde overtre ding veroordeeld worden.

Wij WILLEM, enz.

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is art. 55 van het Wetboek van Strafregt, voor zooveel de aansprakelijkheid voor de geregtskosten betreft, van toepassing te verklaren op hen, die wegens ééne en dezelfde overtreding veroordeeld worden;

Zoo is het, enz.

Art. 1. Artikel 55 van het Wetboek van Strafregt a) is, voor zooveel de aansprakelijkheid voor de geregtskosten betreft, mede van toepassing op hen, die wegens ééne en dezelfde overtreding veroordeeld worden. 2. Deze wet treedt in werking op den 1sten Januari 1876. Lasten en bevelen, enz. Gegeven enz.

470. Les tribunaux de police pourront aussi, dans les cas déterminés par la loi, prononcer la confiscation, soit des choses saisies en contravention, soit des choses produites par la contravention, soit des matières ou des instruments qui ont servi ou étaient destinés à la commettre.

CHAPITRE II.

Contraventions et Peines.

SECTION PREMIÈRE.
Première classe.

471. Seront punis d'amende, depuis 1 franc jusqu'à 5 francs inclusivement, 1o. Ceux qui auront négligé d'entretenir, réparer ou nettoyer les fours, cheminées ou usines où l'on fait usage du feu;

2o. Ceux qui auront violé la défense de tirer, en certains lieux, des pièces d'artifice;

3. Les aubergistes et autres qui, obligés à l'éclairage, l'auront négligé; ceux qui auront négligé de nettoyer les rues ou passages, dans les communes où ce soin est laissé à la charge des habitants;

a) Art. 55 Code Pénal. Tous les individus condamnés pour un même crime, ou pour un même délit, sont tenus solidairement des amendes, des restitutions, des dommages-intérêts et des frais.

b) Deze woorden ontbreken in de officieele vertaling. c) Art. 458 Code Pénal. L'incendie des propriétés mobilières ou immobilières d'autrui, qui aura été causé par la vétusté ou le défant soit de réparation, soit de nettoyage des fours, cheminées, forges, maisons ou usines prochaines, on par des feux al

470. De policie-geregten zullen ook, in de gevallen bij de wet bepaald, verbeurdverklaringen mogen wijzen, hetzij van de goederen bij de overtreding aangehouden, (hetzij van de goederen uit de overtreding voortgesproten) b), hetzij van hetgene, waarin of waarmede zij begaan is of begaan stond te worden. (Sr. 11; Sv. 216, 283; Stb. 1854 n°. 102, a. 22.)

TWEEDE HOOFDSTUK.

Overtredingen en straffen.

EERSTE AFDEELING.

Eerste soortverdeeling of klasse. 471. Met een geldboete van één tot vijf franken [ƒ 0,50 tot ƒ 2,50] ingesloten, zullen gestraft worden:

1o. Die nalatig geweest zullen zijn, de ovens, schoorsteenen, of stookplaatsen, waar gestookt wordt, te onderhouden, te herstellen of te vegen; (Sr. 458.) c)

2o. Die het verbod van op zekere plaatsen vuurwerken af te steken, overtreden zullen hebben; (Sr. 458, 472, 473.)

3. De herbergiers en anderen, die verpligt zijnde licht te branden, dit verzuimd zullen hebben; diegenen, die lumés dans les champs à moins de cent mètres des maisons, édifices, forêts, bruyères, bois, vergers, plantations, haies, meules, tas de grains, pailles, foins, fourrages, ou de tout autre dépôt de matières combustibles, ou par des feux ou lumières portés ou laissés sans précaution suffisante, ou par des pièces d'artifice allumées on tirées par négligence on impru dence, sera puni d'une amende de cinquante francs an moins et de cinq cents francs au plus.

4. Ceux qui auront embarrassé la voie publique en y déposant ou y laissant, sans nécessité, des matériaux ou des choses quelconques qui empêchent ou diminuent la liberté ou la sûreté du passage; ceux qui, en contravention aux lois et règlements, auront négligé d'éclairer les matériaux par eux entreposés ou les excavations par eux faites dans les rues et places;

5o. Ceux qui auront négligé ou refusé d'exécuter les règlements ou arrêtés concernant la petite voirie, ou d'obéir à la sommation émanée de l'autorité administrative, de réparer ou démolir les édifices menaçant ruine;

6. Ceux qui auront jeté ou exposé au-devant de leurs édifices, des choses de nature à nuire par leur chute ou par des exhalaisons insalubres;

7°. Ceux qui auront laissé dans les rues, chemins, places, lieux publics, ou dans les champs, des coûtres de charrue, pinces, barres, barreaux ou autres machines, ou instruments ou armes dont puissent abuser les voleurs ou autres malfaiteurs;

8°. Ceux qui auront négligé d'écheniller dans les campagnes ou jardins où ce soin est prescrit par la loi ou les règlements;

in de gemeenten waar dit ten laste der inwoners gelaten is, het schoonmaken der straten of stegen verzuimd zullen hebben.

4. Diegenen, die den openbaren weg belemmerd zullen hebben, met daar, buiten noodzake, bouwstoffen of andere zaken, hoegenaamd ook, neder te leggen (of te laten liggen) a), waardoor de vrijheid of veiligheid van den doorgang belet of verminderd wordt; diegenen, die, met overtreding van de wetten en verordeningen, verzuimd zullen hebben licht te doen branden bij de door hen op de straat gelegde dingen b), of de door hen in de straten en pleinen gedane opgravingen; (Sr. 479 n°. 4.)

5o. Diegenen, die verzuimd of geweigerd zullen hebben de verordeningen of reglementen, betreffende de vuilnishoopen c) na te komen, of aan de aanzegging der regering te gehoorzamen, ten aanzien van het herstellen of afbreken van vervallen huizen d); (B. 1405; Sr. 479 n°. 4.)

6. Diegenen, die voor hun gebouwen, zaken neêrgeworpen of gesteld zullen hebben, die door haar val of door ongezonde uitwasemingen nadeel zouden kunnen doen; (Sr. 476, 479 n°. 4.)

de

7°. Diegenen, die op de straten, wegen, pleinen, openbare plaatsen, of in de velden, ploegijzers, nijptangen, staven, staken, of andere werktuigen, gereedschappen, of wapenen, waarvan de dieven of andere kwaaddoeners misbruik zouden kunnen maken, zullen hebben laten liggen; (Sr. 472.)

8. Diegenen, die, waar dit door de wellen of reglementen vereischt wordt, nagelaten zullen hebben, velden of tuinen van rupsen te zuiveren ;

Wet van 22 Mei 1873 (Stb. n°. 73), tot intrekking der wet van 26 Ventóse jaar IV (16 Maart 1796), op het uitroeijen van rupsennesten, en van art. 471, 8°. van het Wetboek van Strafregt.

Wij WILLEM, enz.

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is in te

a) Deze woorden ontbreken in de officieele vertaling. b) Lees: bouwstoffen.

c) Lees: betreffende de policie op de straten en buurtwegen.

d) Lees: van huizen, die dreigen in te storten,

trekken de wet van 26 Ventôse jaar IV (16 Maart 1796), op het uitroeijen van rupsennesten, benevens artikel 471, 8°., van het Wetboek van Strafregt; Zoo is het, enz.

Eenig artikel.

De wet van 26 Ventôse jaar IV (16 Maart 1796) op het uitroeijen van rupsennesten a) wordt ingetrokken.

Tevens wordt ingetrokken artikel 471, 8°., van het Wetboek van Strafregt. Lasten en bevelen, enz.

Gegeven, enz.

9°. Ceux qui, sans autre circonstance prévue par les lois, auront cueilli ou mangé, sur le lieu même, des fruits appartenant à autrui;

10. Ceux qui, sans autre circonstance, auront glané, râtelé ou grapillé dans les champs non encore entièrement dépouillés et vidés de leurs récoltes, ou avant le moment du lever ou après celui du coucher du soleil ;

11. Ceux qui, sans avoir été provoqués, auront proféré contre quelqu'un des injures, autres que celles prévues depuis l'art. 367 jusques et compris l'art. 378;

12o. Ceux qui imprudemment auront jeté des immondices sur quelque per

sonne;

13. Ceux qui, n'étant ni propriétaires, ni usufruitiers, ni locataires, ni fermiers, ni jouissant d'un terrain ou d'un droit de passage, ou qui n'étant agents ni préposés d'aucune de ces personnes, seront entrés et auront passé sur ce terrain ou sur partie de ce terrain, s'il est préparé ou ensemencé;

14. Ceux qui auront laissé passer leurs bestiaux ou leurs bêtes de trait, de charge ou de monture, sur le terrain d'autrui, avant l'enlèvement de la récolte.

a) Afgedrukt bij Fortuijn I bl. 279 volgg.

b) Art. 388 Code Pénal. Quiconque aura volé, dans les champs, des chevaux, ou bêtes de charge, de voiture ou de monture, gros et menus bestiaux, des instruments d'agriculture, des récoltes ou meules de grains faisant partie de récoltes, sera puni de la réclusion.

Il en sera de même à l'égard des vols de bois dans les ventes, et de pierres dans les carrières, ainsi qu'à l'égard du vol de poisson en étang, vivier ou réservoir.

c) Dit woord ontbreekt in de officieele vertaling. d) Art. 450 Code Pénal. L'emprisonnement sera

9. Diegenen, die, zonder dat er eenige omstandigheid bij is, waaromtrent de wet voorziening doet, vruchten aan een ander behoorende, geplukt of op de plaats zelve gegeten zullen hebben; (Sr. 388, 475 n°. 9.) b)

10. Diegenen die, zonder andere omstandigheid, (in) c) de velden of akkers, nog niet geheel van hun oogsten ontbloot en ontledigd, koren of hooi geraapt, of druiven gelezen zullen hebben, hetzij vóór het opgaan, hetzij na het ondergaan van de zon; (Sr. 388, 450, 473.) d)

11°. Diegenen, die zonder daartoe uitgetergd te zijn, scheldwoorden tegen iemand geuit zouden mogen hebben, behalve die in artikel 367 tot 378 e) ingesloten, begrepen zijn;

12°. Diegenen, die bij onvoorzigtig. heid vuiligheden op iemand geworpen zouden mogen hebben; (Sr. 475 no. 8.)

13o. Diegenen, die, zonder eigenaars of vruchtgebruikers, of huurders, of pachters te zijn, of gebruik van een grond of van een regt van door- of overgang te hebben, of zaak waarnemer of bedrijf f) van een der opgenoemden te zijn, op en over dien grond of een gedeelte van dien gekomen en gegaan zijn, wanneer hij toegemaakt of bezaaid is. (B. 737b; Sr. 475 no. 9.)

14o. Diegenen, die hun melk- of slagtde vingt jours au moins et de quatre mois au plus, s'il a été coupé du grain en vert.

Dans les cas prévus par le présent article et les six précédents, si le fait a été commis en haine d'un fonctionnaire public et à raison de ses fonctions, le coupable sera puni du maximum de la peine établie par l'article auquel le cas se référera. Il en sera de même, quoique cette circonstance n'existe point, si le fait a été commis pendant la nuit.

e) Livre III, Titre II, Chap. I, Section VII, § II: Calomnies, Injures, Révélation de secrets. f) Beter: bediende. Vg. art. 386 C. P.

472. Seront, en outre, confisqués, les pièces d'artifice saisies dans le cas du numéro deux de l'article 471, les coûtres, les instruments et les armes mentionnés dans le numéro sept du même article.

473. La peine d'emprisonnement, pendant trois jours au plus, pourra, de plus, être prononcée, selon les circonstances, contre ceux qui auront tiré des pièces d'artifice; contre ceux qui auront glané, râtelé ou grapillé en contravention au no. 10 de l'article 471.

474. La peine d'emprisonnement contre toutes les personnes mentionnées en l'article 471, aura toujours lieu, en cas de récidive, pendant trois jours au plus.

vee, of hunne trek-, last- of rijbeesten over eens anders grond zullen hebben laten gaan, eer de oogst weggehaald is. (B. 1404; Sr. 475 n°. 10.)

472. Bovendien zullen verbeurd verklaard worden, de vuurwerken, in het geval van het 2de nummer van artikel 471 aangehouden, de ploegijzers, gereedschappen en wapenen in nummer 7 van hetzelfde artikel gemeld. (Sr. 470.)

473. De straf van gevangenis voor drie dagen ten hoogste, zal bovendien, naar de omstandigheden zijn, gewezen mogen worden tegen degenen, die vuurwerken afgestoken, en tegen degenen, die, in overtreding van nummer 10 van artikel 471, koren of hooi geraapt, of druiven gelezen zullen hebben. (Sr. 471 no. 2.)

474. De straf van gevangenis zal tegen alle degenen, die bij artikel 471 gemeld worden, in geval van herhaal van overtreding, altijd plaats hebben ten hoogste gedurende drie dagen. (Sr. 482, 483.) a)

Art. 20, lid c, der Wet van 29 Juni 1854 (Stb. n°. 102). Het (art. 463 van het Wetboek van Strafregt) is mede toepasselijk bij eerste of latere overtredingen van politie, in het Wetboek van Strafregt voorzien, met die uitbreiding, dat de toepassing der daartegen bedreigde gevangenisstraf in geen geval meer verpligtend is.

SECTION II.

Deuxième classe.

475. Seront punis d'amende depuis six francs jusqu'à dix francs inclusivement,

1o. Ceux qui auront contrevenu aux bans de vendanges ou autres bans autorisés par les règlements;

2o. Les aubergistes, hôteliers, logeurs ou loueurs de maisons garnies, qui auront négligé d'inscrire de suite, et sans aucun blanc, sur un registre tenu régulièrement, les noms, qualités, domicile habituel, dates d'entrée et de sortie de toute personne qui aurait couché ou passé une nuit dans leurs

a) Art. 482 Code Pénal. La peine d'emprisonne. ment pendant einq jours aura toujours lieu, pour récidive, contre les personnes et dans les cas mentionnés en l'art. 479.

Art. 483. Il y a récidive dans tous les cas prévus par le présent livre, lorsqu'il a été rendu contre le contrevenant, dans les douze mois précédents, un

[blocks in formation]
« PreviousContinue »